Gepubliceerd op 28-02-2021

Piëtisten

betekenis & definitie

naam van de aanhangers van Spener, die in het godsdienstige bovenal op vroomheid des harten en een werkdadig christendom aandrongen, tegenover de toenmaals in de luth. kerk in Duitsehland heerschende richting, die aan het trouw op volgen van de door de kerk opgelegde plichten de hoogste waarde toekenden. De naam P. werd aanvankelijk als schimpnaam, in den zin van fijnen, femelaars, gegeven aan «enige jongelieden, die te Leipzig sedert 1689, op aansporing v.

Spener, stichtelijke voorlezingen (collegia pietatis genoemd) hielden over het N. testament; zij namen dien echter weldra als een eernaam aan. De hoofden der orthodoxie droegen hun een feilen haat toe, die tot den piëtistischen strijd in Duitsehland leidde. Daarentegen werd, in weerwil van den tegenstand der luth. orthodoxie, op aansporing van Spener in 1695 de hoogeschool te Halle gesticht, en werden verscheidene aanhangers van Spener, onder welke de uit Leipzig verdreven Francke, als leeraren bij deze aangesteld. De richting der P. kreeg den naam van piëtisme, streven naar eenvoudige, innerlijke vroomheid. Zie ook Paedagogiek. _

< >