Gepubliceerd op 14-03-2021

Peter von winter

betekenis & definitie

beroemd duitsch operacomponist, 1754—1825, was reeds als knaap (1766) violist in het orchest van den keurvorst Karl Theodor, werd compositie-leerling van Abt Voyler en 1776 muz.-dir. aan H hoftheater. Door de vrijgevigheid van zijn vorst was het W. moge lijk tal van uitvoeringen zijner werken ook in den vreemde te leiden (Weenen, Napels, Venetië, Parijs, enz.).

W. wTas ook op ander gebied (als dat der opera) zeer vruchtbaar, schreef o. m.: 9 symphonieën, een koor-symphonie, Die Sehlacht für das Siegesfes t (1814), oratoria, missen, cantaten, enz. Zijn meesterwerk is de opera Das unterbr och ene Op f erf est (1796). W.’s Vollstandige Singschule (3 Th.) beleeft op heden nog steeds herdrukken.

< >