of Nismes, departements- en arrondissements-hoofdstad in het fr. dept. Gard, in 1901 met 80.605 inw., ligt tusschen heuvelen, in een vruchtbaar, door de Yistre doorstroomd dal.
De eigenlijke stad heeft nauwe straten en onaanzienlijke huizen, de acht voorsteden bevatten moderne huizen en zijn door fraaie boulevards van de oude stad gescheiden. Behalve de op de bouwvallen van een rom. tempel gebouwde kathedraal St.-Castor, zijn onder de kerken nog merkwaardig de van 1840—50 gebouwde St.-Paulskerk met schoone fresco’s en glasschilderingen, de in 1884 voltooide kerk der Ste-Félicité-Perpétue en de geref. Grand-Temple. Onder de openbare gebouwen munten uit: het Daleis van justitie, het raadhuis met een beroemde klok, de prefectuur, het algemeene ziekenhuis, het nieuwe Hôtel-Dieu, de centrale gevangenis en het stationsgebouw. Onder de wandelingen is vooral beroemd de prachtige Jardin de la Fontaine. N. is merkwaardig door de vele overblijfselen uit den rom. tijd; hiertoe behooren: de wachttoren (Turris magna), aan welks voet rom. baden zijn; de tempel van Diana; de tempel op korinth. zuilen rustende (Maison quarrée) uit de tijden van Hadrianus of der Antoninussen, van 1820—22 hersteld en sedert 1823 tot museum ingericht; het waarschijnlijk onder Antonius Pius naar het model van het Coliseum gebouwde amphitheater (les Arènes); de Caesar- of Augustus-poort ; een triumfboog; overblijfselen eener waterleiding enz, N. is de zetel van hoogere en lagere rechterlijke collegies en heeft verschillende hoogere scholen en inrichtingen voor wetenschap en kunst. Literatuur: Histoire des antiquités de la ville de A), et de ses environs (Nîmes 1814), GermerDurand, Découvertes archéologiques faites à N. (ald. 1870—76), dezelfde, Inscriptions antiques de N. (Toulouse 1895).