Gepubliceerd op 28-02-2021

Nijmegen

betekenis & definitie

gem. in Gelderland (arrond. Arnhem, kantonshoofdplaats), aan de Waal, 43 km.2 groot, bevat de stad N. en de dorpen Hees, Sint-Anna, Hatert en Neerbosch, en telde Jan. 1902: 45.304 inw. (voor ¾ r.-kath.).

N. is hoofdplaats van een kiesdistrict, dat de gem. N., Millingen, Ubbergen, Groesbeek en Heumen omvat; pers. bel.: stad 5de, Hatert en Hees 6de, overig deel 7de klasse. De stad N., duitsch Nimwegen, bij de Romeinen Noviomagus, en naar men wil het Oppidum Batavorum, ligt op eenige heuvelen (Heezenberg, Mariënberg, Gruitberg, Klokkenberg, Hunnerberg), links aan de Waal, waarover hier een fraaie spoorbrug is gebouwd, aan verschillende spoorlijnen; het heeft een fraai, in 1554 gebouwd raadhuis met museum, een achttal kerken, en vele merkwaardigheden, w. o. het Valkhof, een bekoorlijke wandelplaats, waar tot op het einde der 18e eeuw de burcht stond waarin Karel de Groote dikwijls verblijf hield, en waarvan thans nog twee kapellen over zijn; een balustrade vóór een dezer kapellen, naar de zijde van de Waal, bevat het opschrift: Hic stetit, hic frendens aquilas, hic lumine torvo; Claudius ultrices vidit adesse manus (vrij vertaald: Hier stond Claudius Civilis, hier zag hij knarsetandend, met grimmigen blik, de adelaars en de wrekende legerbenden aansnellen); zie omtrent het Valkhof de monographie van den duitschen archeoloog Conrad Plath (Amst. 1898), die hier sinds 1894 met gemeentelijke subsidie een grondig onderzoek instelde. Niet ver van het Valkhof staat het zeer oude Belvedere, thans een koffiehuis, oorspronkelijk een bolwerk. De oude vestingwerken van N. zijn in promenaden herschapen.N. is hoogstwaarschijnlijk de oudste stad van Nederland. Reeds in de 8ste eeuw had de stad een groote vermaardheid. In 881 werd zij door de Noormannen in brand gestoken; hetzelfde deed de hertog van Lotharingen in het midden der 11de eeuw. In 1672 werd zij door maarschalk Van Turenne overmeesterd; in 1675 vergaderden er de afgevaardigden der oorlogvoerende mogendheden en in 1678 werd er de bekende Nijmeegsche vrede gesloten (Saint-Didier, Histoire de la paix de Nimègue, Parijs 1860). Literatuur: Van Schevichaven, Penschetsen uit Nijmegens verleden (Nijmegen 1898 en volgende jaren).