in de ontleedkunde. Zooals bij vele andere organen is ook hier de naam uit lang vervlogen eeuwen blijven voortleven, ondanks deze geen juist denkbeeld geeft van het orgaan zelf.
Het groote net (omentum majus) is eene plooi (duplieatuur) van het buikvlies (peritoneum) die zich als een voorschoot van de groote bocht (curvatuur) van de maag tusschen den voorsten buikwand en de darmen tot aan het bekken uitstrekt, hier zich omslaat en bijna denzelfden terugweg neemt tot aan het buikvlies achter het dwarse stuk van den dikken darm (mesocolon transversum), waarmede het vergroeid is. Van voren gezien worden alle darmen niet geheel door deze plooi bedekt, want rechts blijft het laatste stuk van den kronkeldarm (ileum), de blinde darm (eoeowm), het wormvormig aanhangsel (processus vermicularis) en een gedeelte van den opstijgenden dikken darm onbedekt, terwijl links een deel van het colon sigmoideum (boven den endeldarm) en onder, de bovenkant van de blaas zichtbaar blijft. (Zie plaat I, Hart, hersenen en ingewanden van den mensch, fig. I, 12, waar het groote net te klein is voorgesteld.) Het groote net vormt dus twee lamellen, waarvan de eene onmiddellijk voor en tegen de andere gelegen is; elke lamel bestond aanvankelijk uit 2 bladen, zoodat het omentum majus dus feitelijk een vierbladigvoorschoot zou zijn, ware het niet dat de bladen en lamellen innig met elkaar vergroeid zijn geraakt. Oorspronkelijk was er tusschen de beide lamellen eene ruimte (bursa omentalis), die met de caviteit achter de maag (bursa retroventricularis) samenhing; bij foetera van de 7e tot de 9e maanmaand kan men de bursa omentalis nog opblazen, doch even voor de geboorte vergroeien beide lamellen met elkander, terwijl er later zelfs gaten in voor kunnen komen (misschien hebben de Ouden zulks voor normaal gehouden en daarom aan dit orgaan den naam van net gegeven), ja het kan zelfs geheel of gedeeltelijk geresorbeerd worden. Het heeft eene geringe beteekenis en is slechts op te vatten als het overmatig uitgegroeide deel van het buikvlies wat in embryonalen tijd achter de maag lag (mesogastrium posterius of Mülleri). Meermalen vindt men ook het groote net in de breukzak van versehill. breuken (herniae).
Het kleine net (omentum minus) is eveneens een plooi van ’t buikvlies, ontstaan uit een deel van ’t buikvlies vroeger vóór de maag gelegen (mesogastrium anterius); het is geplaatst tusschen de lever eenerzijds en de maag en het aanvangdeel van den twaalfvingerigen darm (duodeum) anderzijds; de vrije rand van het kleine net heet ligamentum (band) hepatoduodenale (van lever naar twaalfvingerigen darm) en vormt den voorwand van de toegang (foramen Winslovi) voor de ruimte achter de maag (bursa of saccus retro ventricularis), welker voorwand ten deele ook door het kleine net gevormd wordt.