Natriumacetaat, azijnzure natron, C2 H3 02 Na + 3 H20, wordt gebruikt in de geneeskunst tegen maag- en darmkatarrh en als diureticum.
Natriumamalgaam, een kwiklegeering welke 2—4 °/0 natrium bevat. Als reductie middel in de synthetische chemie.
Natriumbemzoaat, C7 H5 02 Na, wordt gebruikt in de geneeskunde.
Natriumbicarbonaat, dubbelkoolzure soda NaHC03, wordt gevormd als tusschenprodukt bij het Solvaysche ammoniak soda-proces (zie Soda). Zuiver wordt het verkregen door het leiden van koolzuurgas door eene sterke oplossing van natriumcarbonaat. Het komt voor als witte kristallijne korsten of als wit kristallijn poeder. Eén deel is bij 15° oplosbaar in 11.3 dln. water. Wordt de oplossing in water boven 70° verhit dan wordt het zout ontleed, onder ontwijking van koolzuur. In de geneeskunde veelvuldig in gebruik om zijn zuurafstompend en slijmoplossend vermogen.
Natriumhydroxyd, Caustische soda. NaOH. Het ruwe produkt wordt grootendeels bij de soda-bereiding verkregen. Het gelijkt in vele opzichten op kaliumhydroxyd. Het is eene witte kristallijne massa. S.
G. 2.13, gemakkelijk oplosbaar in water en alkohol. Aan de lucht wordt het vochtig en trekt koolzuur aan. Het is ©en sterke basis en vindt eene uitgebreide toepassing in de techniek (zeepfabricage, zuiverings en ontsmettingsmiddel) en in de analytische chemie.
Vergiftigingen met loog komen nog al eens voor. Tegengif verdunde azijn.
Natriumhyposulfiet, Na2 S203 + 5 H20. Groote kleurlooze kristallen, gemakkelijk oplosbaar in water. S. G. 1.736. Bij verhitting smelt het en verliest bij 100° al het kristalwater. Vrij chloor wordt er door gebonden, van daar den naam antichlor. Het wordt in de techniek gebruikt tot het uittrekken van chloorzilver uit zilverertsen, als bijtmiddel in de katoendrukkerij, en verder veelvuldig in de photographie als zoogen. fixeerzout, hetgeen berust op zijn oplossend vermogen voor Joodzilver.
Natrium jodide, NaJ, een hygroskopisch zout, in de geneeskunde in gebruik.
Natriumnitraat, zie Chilisalpeter.
Natriumnitriet, in de geneeskunde in gebruik.
Natriumsalicylaat, salicylzure natron, C6 H4 (0H)C02Na. Glinsterend kristallijne schubben met een onaangenamen zoetachtigen smaak. Door inwerking van licht en lucht kunnen zij een rood of roodbruine kleur aannemen. In de geneeskunde gebruikt tegen jicht en rhumatismus, en als antipyreticum.
Natriumsilikaat, glasachtige massa die men verkrijgt wanneer men soda samensmelt met kiezelaarde (zand of poeder van vuursteen); het N. lost bij koking in water op en deze oplossing wordt onder den naam waterglas gebruikt om hout, katoen enz. onbrandbaar te maken en tegen den invloed van het weer te beschutten. Zie ook bij Glas.
Natriumsulfaat zie Glauberzout.
Natriumsulfiden, de zwavelverbindingen van het natrium; zij zijn in den regel analoog aan de overeenkomstige verbindingen van het kalium. ;