het feest, dat sedert de 5de eeuw in meerdere christelijke landen van Europa zoowel door geestelijken als leeken gevierd Werd. Uit de heidensche saturnaliën voortgekomen, vierde men het even als deze in December.
Vooral de Onnoozele-kinderendag (28 Dec.) was daaraan toegewijd, terwijl het geheele feest van Kerstmis tot Zondag na Driekoningen duurde. Men koos voor deze gelegenheid een narrenbisschop, die onder allerlei dwaasheden werd ingezegend. Tegelijkertijd vertoonden eenige gemaskerde narren onderscheidene potsen, terwijl liederen gezongen en dansen uitgevoerd werden. In Frankrijk, waar dit N. waarschijnlijk ontstaan is, heeft het ook het langst stand gehouden, hoewel dikwijls door de hooge geestelijkheid verboden.
