mythische koning van Creta, op wien men alles, wat van de geschiedenis van Creta vóór den trojaanschen oorlog verhaald werd, overbracht; hij gaat vooral door voor den grondlegger der heerschappij van de Gretensen ter zee; ook wordt hem de beroemde wetgeving, welke hij van Zeus ontvangen zou hebben, toegeschreven. Volgens de homerische sage was M. de zoon van Zeus en Europa, broeder van Rhadamanthys en vader van Phaedra, Ariadne e. a.
Toen M. na den dood van Asterion aan het zeestrand een offer ging opdragen, zond Poseidon hem op zijn gebed een sneeuwwitten offerstier uit de zee. Doch M. voerde het dier bij zijn in de nabijheid van Gortys weidende kudde; tot straf daarvoor maakt Poseidon den stier razend en ontvlamt de echtgenoote van M., Pasiphaë, van hartstocht voor het dier; de vrucht daarvan is Minotaurus (zie ald.). Uit wraak voor den moord op zijn zoon Androgeus trekt M. na Megara veroverd te hebben, op tegen Athene en dwingt het tot levering van een schandelijke, in menschen bestaande schatting (zie Minotaurus). Hy vond den dood in het verre westen, toen hy Daedalus naar Agrigentum achtervolgde; hij werd daar n.l. door de dochters van kouing Cocalus gedood met een ziedend bad. In de onderwereld was hij, volgens de Odyssee, belast met de rechtspraak over de afgestorvenen; tot eigenlijk doodenrechter wordt hij benevens Aeacus en Rhadamanthys eerst door de latere sage gemaakt, in elk geval ter herinnering aan zijn werkzaamheid als oudste wetgever.