(gelatiniseerde naam v. Gerhard Kremer) aardrijkskundige, geb. 5 Maart 1512 te Rupelmonde in Vlaanderen, wijdde zich eerst te ’s Hertogenbosch, vervolgens te Leuven (1530) aan de philosophische en mathematische studiën.
Reeds in 1537 stak hij een kaart van het H. land. Door Granvella, voor wien hij een mooie globe vervaardigd had, in 1541 aan keizer Karel V aanbevolen, bewerkte hij op diens last een wereld- en een hemelglobe, welke naar het oordeel der tijdgenooten alles overtroffen wat in dit vak tot dusver geleverd was; in 1554 verscheen zijn beroemde groote kaart van Europa, waardoor M. zijn naam vestigde als grootste afbeeldende geograaf van zijn tijd. Twee jaar te voren was hij naar Duisburg verhuisd, waar hij den titel van cosmograaf van den hertog van Gulik voerde en waar 1569 de beroemde wereldkaart ten gebruike voor zeevaarders verscheen, vanwaar de hervorming der cartographie dateert. De daarbij toegepaste projectie der toenemende breedten bevindt zich nog als „Mercators projectie” in alle schoolatlassen. Voor een groote, alle landen omvattende verzameling van kaarten, wier voltooiing hij echter niet meer beleefde, koos hij den nog gebruikelijken naam „Atlas”. M. overl. 2 Dec. 1594.
Zijn hoofdwerken zijn de Tabulae geographicae ad mentem Ptolemaei restituae (Keulen 1578—84) en bovenal de Atlas, sive cosmographicae meditationes de fabrica mundi et fabricati figura (Duisburg 1595). De platen van dezen atlas kwamen na den dood van M. in het bezit van Hondius te Amsterdam, die hem na 1604 opnieuw uitgaf en langzamerhand veranderde. Het standbeeld voor M. te Duisburg werd 2 Sept. 1878 onthuld.