Gepubliceerd op 23-02-2021

Leuven

betekenis & definitie

1) Fr. Louvain, belg. stad, prov.

Brabant, aan de Dijle en aan het Kanaal van Leuven, een verbinding tusschen Dijle en Rupel, n.o. van Brussel, is het kruispunt van verscheiden spoorwegen. Aan de Markt, waar de meeste drukte heerscht, vindt men het raad- of stadhuis (in 1493 voltooid), een meesterstuk van bouwkunde, in spitsboogstijl opgetrokken; de Sint-Pieterskerk in denzelfden stijl opgebouwd, met vele schoone schilderwerken uit de oud-italiaansche school. Ook de andere kerken der stad bevatten veel merkwaardigs. Voorts trekken onder de gebouwen nog de aandacht het gildehuis der brouwers en de hallen van het weversgilde, die in 1679 aan de universiteit kwamen. De stad drijft een belangrijken handel in graan en heeft eenige fabrieken van wollen stoffen, kant en leder en brouwerijen, maar de vroeger bloeiende lakenweverijen, waarvan het in den aanvang der 14de eeuw wel 4000 telde, zijn sinds lang verdwenen.De beroemde universiteit van Leuven, in 1426 gesticht, was in de 16de eeuw een der voornaamste hoogescholen van Europa, die door 6000 studenten werd bezocht. Het aantal studeerenden bedraagt er nu ongeveer 1800. Zij werd in 1835 opgeheven en vervangen door de vrije r.-kath. universiteit, welke een rijke bibliotheek en een fraai kabinet van natuurkunde heeft. .

In den tiendaagschen veldtocht moest L. haar poorten voor de zegevierende wapenen van de Nederlanders openen, die de stad echter, door fransche tusschenkomst weder ontruimden. 42.500 inw.

2) Gehucht in de gemeente Vuren, Gelderland.
3) Polder in de gemeente Vuren, Gelderland.

< >