Gepubliceerd op 23-02-2021

Maurus jókai

betekenis & definitie

hongaarsch dichter en publicist, geb. 19 Febr. 1825 te Komorn, studeerde in de rechten, wijdde zich vroeg aan de letteren, nam deel aan de politieke beweging van 1848, was na het herstel der hongaarsche staatsinrichting steeds lid van de Tweede kamer, tot hij in 1897 lid voor het leven van de magnatentafel werd. In 1848 huwde hij met Rosa Laborsalvi (geb. 1820, overl. 1886), de eerste tooneelspeelster van haar tijd in Hongarije.

Hij overl. in 1904. J.’s werken (romans, novellen, politieke gedichten, drama’s) beslaan meer dan 300 boekdeelen; zijn meestgelezen romans zijn: Zevenburgen’s gouden tijd (1851), Een hongaarsche Nabob (1854), En toch beweegt ze zich (1866), De zonen van den man met het steenen hart (1867), Zwarte diamanten (1873), De goudmensch (1875), De zigeunerbaron (1885), Kleine hovingen (1886), Rijke armen (1891).

< >