nederl. toonkunstenaar, geb. 1829 te Zutphen, weird opgeleid aan de Haagsche muziekschool en aan het conservatoire te Brussel, fungeerde hier eenigen tijd als eerste violist in het orkest van de Ital. Opera, en behaalde er een prijs in de hoogste pianoklasse; in 1853 werd hij muziek-directeur te Groningen, waar hij het orkest van de Harmonie, alsmede verschillende zangvereenigingen leidde; in 1865 ging hij als directeur van de maatschappij Toonkunst naar Batavia, waar hij tien jaar verbleef; in Nederland teruggekeerd werd hij muziek-directeur te Leeuwarden, legde deze betrekking in 1884 neer, vestigde zich te Amsterdam, en was hier o. a. koor-repetitor bij de Nederl.
Opera, en directeur van het Nederl. Vocaalkwartet, dat concerten gaf in binnen- en buitenland. Ter gelegenheid van zijn 50-jarig jubileum als kunstenaar maakte hij in het najaar van 1901 een tournée door het land. Men heeft van hem het oratorium Daniël, tal van koorwerken, ouvertures voor orkest, pianowerken, w.o. het bekende Aquila, enz.
