Corvinus, koning van Hongarije van 1458—90, de tweede zoon van Jan Hunyady, werd 1443 geboren en besteeg 1458, na den dood van Ladislaus V Posthumus, den troon van Hongarije, nadat hij tot daartoe door de vijanden van zijn vader in Boheme gevangen was gehouden. Verschillende hongaarsche grooten kozen wel in 1459 keizer Frederik III tot tegenkoning; maar M. bracht weldra de grooten weer op zijn zijde en sloot 1463 ook vrede met den keizer, die tegen een som gelds en eventueele erkenning van zijn recht tot opvolging de kroon van den h.
Stephanus afstond. Vervolgens trok M. tegen de Turken ten velde en ontrukte hun een deel van Servië. Hij zette dezen oorlog niet voort, maar keerde zich tegen den in den kerkelijken ban geslagen koning van Boheme en dwong diens opvolger, hem bij den vrede van Olmütz (22 Juli 1479) Silezië, Moravië en Lausitz af te staan benevens de opvolging in Boheme. Na het opnieuw uitbreken van den oorlog met Frederik III veroverde hij een gedeelte van Oostenrijk met Weenen, waar hij zijn residentie opsloeg en 1490 overleed. Hij bevorderde kunsten en wetenschappen, vereenigde beroemde geleerden aan zijn hof en legde een kostbare boekenverzameling aan. M. liet slechts één natuurlijken zoon na, Joannes Corvinus, wiens pogingen om de opvolging te verkrijgen, vergeefsch waren.
