Gepubliceerd op 23-02-2021

Margareta

betekenis & definitie

(Margriet — zie ald. — van lat. margarita, parel) vrouwelijke voornaam; fransch Marguerite, afgekort Margot; duitsch Margareta of Margret, afgekort Greta en Meta; engelsch Margaret; italiaansch Margherita. Naam van een tweetal heiligen der r.-k. kerk en van verschillende vorstelijke personen.

M., (Heilige) van Antiochië, leefde volgens de legende ten tijde van keizer Diocletianus. Door haar voedster tot het christendom bekeerd, werd zij door den praefect Olobrius, omdat zij zijn liefde niet beantwoordde, in de gevangenis geworpen en ten laatste onthoofd. Haar feestdag is 20 Juli. Zie Margriet.
M., (Heilige) koningin van Schotland, kleindochter van Edmund (zie ald.) Ironside, huwde 1070 koning Malcolm III van Schotland, was vroom en weldadig, bouwde verschillende kerken en zocht door het geheele koninkrijk beschaving, deugd en godsvrucht te verbreiden. Zij overleed 1093; door paus Innocentius IV werd zij 1251 heilig verklaard; feestdag 10 Juni.
M. van Anjou, gemalin van Hendrik VI van Engeland, geb. 23 Maart 1430 als dochter van hertog René van Anjou en 24 Mei 1445 gehuwd met Hendrik. De jeugdige koningin en haar gunsteling Suffolk beheerschten den zwakken koning en de regeering volkomen, brachten 1447 den hertog van Gloucester ten val en ruimden hem waarschijnlijk door moord uit den weg. Het mislukken van den franschen oorlog bracht het volk in beroering, 1450 viel Suffolk daaraan ten offer en de opstand van John Gade (zie ald.) brak uit. In den oorlog der Rozen leidde M. de Lancasterpartij met mannelijke beslistheid tegen den bij het volk beminden Richard van York. Bij Wakefield overwonnen de troepen der koningin (1460), Richard York viel, maar zijn zoon Eduard (zie Edward IV) veroverde zich bij Towton in 1461 de kroon. Hendrik en M. vluchtten naar Schotland; vervolgens deed de koningin aanwervingen voor haar zaak in Frankrijk, doch haar pogingen om te landen mislukten, zij begaf zich naar Lotharingen, waar zij vele jaren bij haar vader in Nancy verbleef. Eerst het verbond met den van Eduard afgevallen graaf Warwick herstelde in 1470 voor korten tijd Hendriks koningschap. Op den dag van den slag bij Barnet, 14 April 1471, waarin Hendrik zijn kroon weer verloor, landde M. in gezelschap van haar 18-jarigen zoon Eduard bij Weymouth in Dorshire met fransche hulptroepen. Kort daarop, 4 Mei 1471, leed zij de nederlaag bij Tewksbury; haar zoon Eduard werd gedood, zij zelf gevangen genomen. Zij bleef, terwijl Hendrik in den Tower omkwam, in strenge hechtenis, totdat in 1475 door bemiddeling van Lodewijk XI van Frankrijk haar bevrijding tegen een losgeld tot stand kwam. Zij leefde vervolgens in Frankrijk tot 25 Aug. 1482.
M., (Margot) van Frankrijk of van Vaiois, dochter van Hendrik II en Catharina van Medici, geb. 14 Mei 1553 te St. Germain-en-Laye, huwde 18 Aug. 1572 met den koning van Navarra, den lateren Hendrik IV van Frankrijk. Dit met groote statie voltrokken huwelijk was de voorlooper van den Bartholomeusnacht (zie Hugenooten). Toen Hendrik van Navarra van het hof vluchtte, werd zij nog langen tijd daar achter gehouden en eerst in 1578 naar haar gemaal te Pau gezonden. Tengevolge van haar bandeloos leven en haar genegenheid voor de Liga, geraakte zij vier jaar later in oneenigheid met Hendrik, verliet hem en kwam aan bet hof, nam voortdurend aan alle politieke en persoonlijke intriges deel, werd echter door Hendrik III wegens haar levenswandel verstooten en een tijdlang gevangen gehouden. Na de troonsbestijging van Hendrik IV werd hun kinderloos huwelijk ontbonden; in 1606 ging zij naar Parijs, waar zij omgang hield met schrijvers. Zij overleed, als laatste telg der Vaiois, 27 Maart 1615. Men heeft van haar interessante Mémoires; Guessard bezorgde een uitgave van haar Mémoires et lettres (Parijs 1842).
M., gravin van Holland en Zeeland, met wie Holland onder het Beiersche Huis (zie ald.) kwam, dochter van graaf Willem III, en Jeanne de Valois; huwde in 1324 met keizer Lodewijk den Beier, werd door deze na het kinderloos overlijden van haar broeder, graaf Willem IV (zie ald.), beleend met Holland 'en Zeeland, en stelde haar zoon Willem tot verhelder of stadhouder aan; toen zij later zelf het bestuur in handen wilde nemen, stuitte zij op hevig verzet, en zoo ontstonden de Hoeksche en Kabeljauwsche twisten (zie ald.). M. overl. 23 April 1356 in Henegouwen.
M., (Margherita) Maria M. Theresia Johanna, koningin van Italië, geb. 20 Nov. 1851, dochter van prins Ferdinand, hertog van Genua (overl. 1855) en van de Saksische prinses Elizabeth, huwde 22 April 1868 met haar neef, den toenmaligen kroonprins en lateren koning van Italië, Humbert (zie ald.).
M. van Navarra, dochter van Karel van Orléans, hertog van Angoulême, geb. 11 April 1492 te Angoulême, huwde in 1509 met Karel van Alençon, die 1525 overleed. Uit liefde voor haar broeder, Frans I, begaf zij zich na diens gevangenneming naar Madrid om persoonlijk voor zijn invrijheidstelling te werken, doch had daarmede geen succes. In 1527 huwde zij met Hendrik d’Albret, koning van Navarra, wien zij Johanna d’Albret, de moeder van Hendrik IV schonk. M. was een vurig voorstandster der protestanten, wien zij aan haar hof te Nérac een toevlucht bood. Haar laatste levensjaren waren droevig en eenzaam, zij overleed 1549 te Béarn. M. schreef zeer gemakkelijk in versmaat en proza en liet het Reptaméron des nouvelles na, een verzameling verhalen in den trant van Boccaccio. Een gedeelte van haar gedichten was nog tijdens haar leven onder den titel Marguerites de la Marguerite des princesses, enz. door haar kamerdienaar Sylvius de la Haye gepubliceerd; haar briefvrisseling werd uitgegeven door Génin (Parijs 1841; Nouvelles lettres, ald. 1842).
M. van Noorwegen, Denemarken en Zweden, geb. 1353 te Kopenhagen, overl. 28 Oct. 1412 te Flensburg, dochter van koning Waldemar IV van Denemarken, 1363 gehuwd met Hakon VI van Noorwegen, aanvaardde na den dood van haar vader (1375) voor haar onmondigen zoon Oluf de regeering van Denemarken en na den dood van haar gemaal (1380) ook die van Noorwegen. Na Olufs vroegtijdigen dood (3 Aug. 1387) werd zij door de rijksstenden als regeerende vorstin van Noorwegen en Denemarken erkend en haar neef Erik van Zweden als haar opvolger aangewezen. Zij snelde hierop ter ondersteuning der met de heerschappij van den duitschen koning Albrecht van Mecklenburg ontevredenen naar Zweden en overwon Albrecht in 1389 bij Falköping, waarop zij ook den zweedschen troon besteeg en de z.g. Unie van Kalmar tot stand bracht. In 1386 had zij Sleeswijk aan den graaf van Holstein in leen gegeven. Van de nederlaag, welke graaf Gerhard van Holstein in 1404 van de Ditmarschen geleden had, maakte M. gebruik om Sleeswijk weer nauwer met Denemarken te verbinden. M. verwierf zich den bijnaam van Semiramis van het Noorden.
M. van Oostenrijk, stadhouder es der Nederlanden, dochter van keizer Maximiliaan I en van Maria van Bourgondië, geb. 10 Jan. 1482 te Gent, was aanvankelijk voor den lateren koning Karel VIII van Frankrijk bestemd en ,aan het hof van Lodewijk XI opgevoed, huwde echter, nadat Karel dit huwelijk voor een met Anna, de erfgename van Bretagne, opgegeven had (1491), in 1496 eerst met den iniant van Spanje, Jan, prins van Asturië, die in hetzelfde jaar overleed, vervolgens 1501 met Philibert II van Savoye, die 1504 overleed. Na den dood van Philips den Schoonen benoemde haar vader haar tot stadhouderes kier Nederlanden, wat zij tot aan haar dood bleef. Zij bracht met Louise van Savoye den vrede van Kamerijk (1529) tot stand en overl. 1 Dec. 1530 te Gent, waar in 1850 een standbeeld voor haar werd opgericht. Haar redevoeringen, gedichten enz. werden uitgegeven door Jean Lemaire, benevens haar Discours de sa vie et de ses infortunes, in de ,,Couronne Margaritique” (1549); haar briefwisseling met keizer Maximiliaan werd gepubliceerd door Leglay (2 dln., Parijs 1840), haar politieke briefwisseling door v. d. Berg (2 dln., Leiden 1845-47). '
M. van Parma, stadhouderes der Nederlanden van 1559—67, geb. 1522 als natuurlijke dochter van keizer Karel V en Johanna van der Gheynst, werd opgevoed aan het hof van koningin Maria van Hongarije te Brussel. Zij huwde in 1536 met Alexander van Medici, en na diens dood met Ottavio Farnese, hertog van Parma en Piacenza, in 1538. In 1559 werd zij door Philips II tot stadhouderes der Nederlanden benoemd, en daarbij ter zijde gestaan door Granvelle; onder haar bestuur begonnen de onlusten, die leidden tot den afval der Nederlanden van Spanje. Toen in 1567 de hertog van Alva met zoo uitgebreide volmachten naar haar landen gezonden werd, dat haar waardigheid niets meer dan titel geworden was, legde zij deze weldra neder en begaf zich naar haar gemaal in Italië, waar zij 18 Jan. 1586 te Ortona overleed.
M. Tudor, koningin van Schotland, geb. 29 Nov. 1489, oudste dochter van koning Hendrik VII van Engeland en Elisabeth van York, huwde 1503 met Jacobus IV van Schotland en na diens dood, in 1514, met Archibald Douglas, graaf van Angus, en eindelijk, nadat zij van deze in 1527 gescheiden was, met Hendrik Stewart, lord of Methven.

Haar zoon uit het eerste huwelijk was Jacobus V van Schotland, en door haar verkregen de schotsche Stuarts de na den dood van koningin Elizabeth verwezenlijkte aanspraken op de engelsche kroon; haar dochter uit het tweede huwelijk, Margareta, was de moeder van lord Darnley (zie ald.), den tweeden gemaal van koningin Maria Stuart. Zij overleed 18 Oct. 1541.

M. van Thuringen, geb. 1237, dochter van keizer Frederik II en Jolanthe van Jeruzalem, huwde in 1254 met Albrecht den Ontaarden van Thuringen en schonk dien drie zonen, doch vluchtte, toen haar gemaal aan zijn neiging voor Kunegonde van Eisenberg had toegegeven, 24 Juni 1270 van den Wartburg naar Frankfort a./M., waar zij reeds 8 Aug. overleed. Men verhaalt, dat zij in de smart over haar afscheid haar zoon Frederik in de wang zou hebben gebeten.
M. Maultasch, (naar men zegt zoo genoemd naar den vorm van haar mond), gravin van Tirol, geb. 1318, erfdochter van Hendrik, hertog van Karinthië en graaf van Tirol, titulairkoning van Boheme, huwde 1330 met den drie jaar jongeren boheemschen prins Jan, een broeder van den lateren keizer Karel IV; maar hun huwelijk was niet gelukkig en in 1341 werd het op haar wensch ontbonden door Lodewijk van Beieren; zij schjonk daarop in 1342 haar hand aan diens zoon Lodewijk van Brandenburg. Daar beiden in den derden graad verwant waren, verzette zich paus Clemens VI tegen dit huwelijk en deed keizer Lodewijk in den ban; in 1359 werd het huwelijk echter naar het verlangen der kerk opnieuw voltrokken. Na den dood van haar gemaal en van haar zoon Meinard (1363) stond zij Tirol aan de hertogen van Oostenrijk af. M. overl. 3 Oct. 1369 te Weenen. De Karinthische volkslegende maakte van M. een alles verwoestende amazone, de „booze Griet”.

< >