een Romein, geb. 103 v. Chr., voerde 125 als consul in Gallië met succes oorlog en stond sedert aan het hoofd der senatorische partij.
Hij toonde zich echter niet onomkoopbaar, toen hij 112 naar Afrika als gezant tot Jugurtha gezonden werd. S. behoorde tot de eerste Romeinen, die hun eigen leven beschreven.Zijn zoon Marcus, stiefzoon van Sulla, vermeerderde in den mithridatischen oorlog als quaestor en onderbevelhebber van Pompejus den geërfden rijkdom, doch verkwistte dien later als curulisch ediel in 58. Voor het geven van schouwspelen richtte hij voor den duur van een maand een houten theater op, dat 80.000 menschen kon bevatten. Na de praetuur in 50 verrijkte hij zich opnieuw in Sardinië, werd toen hij naar hef consulaat dong aangeklaagd wegens knevelarij, doch door Cicero verdedigd en vrijgesproken. Tengevolge van een nieuwe aanklacht wegens ambitus moest hij eindelijk toch in ballingschap gaan. Zijn huis op den Palatinus was beroemd om zijn pracht en rijkdom aan kunstschatten.