Gepubliceerd op 23-02-2021

Maimonides

betekenis & definitie

Maimuni, eigenlijk Moses ben Maimon ben Joseph, arabisch Abu-Amran-Musa ibn Maimun obaid Allah geheet en, joodsch philosoof en geleerde, geb. 30 Maart 1135 te Cordova, studeerde in de toenmalige wetenschap der Joden en Arabieren en in de grieksche philosophie, voornamelijk van Aristoteles, in arabische vertalingen, hoorde arabische philoisofen en leerde de heelkunde. Door de geloofsvervolgingen der Almohaden tegen de Joden in Andalusië 1148 aan zijn studiën ontrukt, begaf hij zich met zijn vader nog vóór 1160 naar Fez, vertrok later naar Jeruzalem, waar hij zich 1165 bevond en vestigde zich kort daarop voorgoed in Tostav, tegenover Kaïro.

Daar werd hij lijfarts van sultan Saladijn van Egypte en voorganger der joodsche gemeente. Hij overl. 13 Dec. 1204. M. heeft als theoloog en wetgeleerde groeten invloed uitgeoefend op de algemeene ontwikkeling van het jodendom. In het hebreeuwsch schreef hij 1170— 80: Mischne Thora, een uit 14 boeken (vandaar Sefer Jia-Jad, later Jad hachazaka genoemd) bestaande systematische voorstelling der joodsche wet volgens de opvatting van den Talmud. De voornaamste werken van M. dn het arabisch zijn: Commentaar op de Mischna (1168), Millot Higgajon (compendium der logica), Sefer Mizwot (de 613 mozaïsche wetten, als inleiding op de Mischne Thora) en Délalat Alhaïrin (arab. en fransch („Le Guide des Egarés”) door Munk, Parijs 1856—66; hebr. door Sa^ muel ibn Tibbon („More Nebukhim”), lat. door Buxtorf („Doctor Perplexorum”), Bazel 1629).#

< >