Gepubliceerd op 19-01-2021

Aristoteles

betekenis & definitie

Grieksch philosoof, stichter der peripatetische school, en de grootste en diepzinnigste denker der oudheid; hij werd geb. in 384 v. Chr. in de macedonische stad Stagira; zijn vader Nicomachus, uit het helleensche eslacht der Asclepiaden, was lijfarts van oning Amyntas van Macedonië; na zijns vaders dood kwam A. onder voogdij van Proxenus van Atarneus met wiens kleindochter Pythias hij later huwde.

Op 20 jarigen leeftijd leerde hij te Athene Plato kennen, wien hij grooten eerbied toedroeg, hoewel het tusschen hen beiden dikwijls tot een botsing schijnt te zijn gekomen, hetgeen overigens bij twee zoodanige hoogere geesten van zoo verschillende geaardheid als onvermijdelijk beschouwd kan worden. A. bleef tot 347 te Athene, zwierf eenigen tijd rond, en werd in 343 naar het maced. hof beroepen, ter opvoeding -van den toen 13-jarigen Alexander, zoon van koning Philippus; hier bleef hij 8 jaren; het wordt als een opmerkelijk feit beschouwd, dat tegelijkertijd twee genieën op het wereldtooneel verschenen, een genie van het weten, dat alle menschelijke kennis beheerschte en nieuwe wetenschappen het aanzijn gaf en oude hervormde, en een genie van het gewelddadig kunnen, dat zich een wereldrijk stichtte en dat deze twee genieën met elkander in aanraking kwamen en invloed op elkaar uitoefenden. Niettemin staat het vast, dat de geweldenaar, die geschiedkundige herinneringen noch nationale betrekkingen spaarde of ontzag, niet uit den geest van den leermeester is voortgekomen A. prentte Alex. liefde voor de natuur in en wijdde hem in grieksche letterkunde, in de bespiegelende wijsbegeerte, en vooral in zede- en staatkunde in. Evenwel ging Alex. reeds vroeg zijn eigen weg, en volgde geheel zijn eigen inzichten; hij bleef A. echter op de meest onbekrompen wijze in zijn studiën steunen. In 335 begaf A. zich weer naar Athene, waar hij 13 jaren bleef. In dien tijd gaf hij onderwijs in een aan Apollo gewijd gymnasium, tweemaal daags voor een verschillend gehoor.

Zijn onderwijs schijnt acroamatisch, in een aaneengeschakelde voordracht vervat, en niet dialogisch te zijn geweest. Te Athene ontviel hem zijn echtgenoote bij wie hij een dochter, evenzo o Pythias geheeten, had. In 322 werd hij door Demophilus van aanranding van den godsdienst aangeklaagd, waarop hij de wijk nam naar Chalcis op Eubea; hij stierf in hetzelfde jaar aan een maagziekte. Reeds bij zijn leven werd A. zeer verschillend beoordeeld, en door velen belasterd; de burgers van zijn.geboorteplaats vereerden hem als halfgod en vierden elk jaar een feest te zijner eere. De Romeinen waren ondanks de pogingen van Cicero, ongevoelig voor zijn waarde en niet in staat hem te begrijpen. In de middeleeuwen is hij, naast Plato, beurtelings hoog verheven en bewonderd en verguisd en veracht geworden. Het systeem van Aristoteles is de grondslag geworden der scholastische wijsbegeerte in de Middeleeuwen.Aristoteles doet zich kennen als een diepdenkend waarnemer, die het heelal van alle zijden gadeslaat, de geheele verscheidenheid der verschijningen op vangt, ze afzonderlijk en in haar samenhang beschouwt, en ze verwerkt tot het zuiverst bespiegelend begrip. De wijsbegeerte is hij hem de ware door eigen denken verkregen kennis van het bestaande. Zijn geschriften laten zich in vijf klassen rangschikken : logische, metaphysische, natuurwetenschappelijke, ethische en rhetorische.

A. legde den grondslag voor alle deelen der wijsbegeerte; hij schiep haar een geheel nieuwe taal en bracht alle kundigheden tot een samenhangend geordend geheel. Hij liet een rijke boekerij na aan zijn opvolger in het onderwijs, Theophrastus ; later kwam deze boekerij naar Alexandrie, waar zij bij het innemen der stad door Julius Caesar een prooi der vlammen werd. Theophrastus zou de handschriften van A. aan een zekeren Neleus hebben vermaakt, die ze verwaarloosde en in een kelder liet begraven, waar ze 130 jaren lang vergeten en aan bederf ten prooi bleven liggen totdat ze eindelijk door een Athener Apellicon opgekocht werden, toen een groot deel reeds door vochtigheid en insecten vernield was. Na de verovering van Athene door de Romeinen werden ze naar Rome gebracht, waar de taalgeleerde Tyrannio er afschriften van zou hebben gemaakt; algemeen wordt aangenomen dat A’s werken omgewerkt en gedeeltelijk verknoeid zijn geworden. De Arabieren, in de middeleeuwen de ijverigste beoefenaren van A., gebruikten zijn werken als een leerschool voor eenzijdige haarkloverij.

Op de logische onderzoekingen van A. berust het stelsel der wiskunde, dat gedurende de latere eeuwen is ontstaan. De werktuigkunde, statica en optica werden door hem tot den rang van wetenschappen verheven. Scheikunde, natuurkunde en theoretische sterrenkunde werden door hem op het punt gebracht, van hetwelk zij zich eerst in de moderne tijden verder ontwikkelden. De natuurlijke historie schonk hij een stelsel, een wetenschappelijke taal, en een nauwkeurige bepaling van klasse, geslacht, soort en individu. De logica bracht hij op zoodanige hoogte, dat zij tot op dezen tijd niet aanmerkelijk verder gebracht kon worden.

De Ethica van A. leer der deugd, van het ware geluk en van de zeden, of de peripatetische wijsbegeerte, vond bij het grieksche volk ingang en kreeg weldra de overhand op het platonisme, omdat zij meer practisch en dieper was.