(lat. Liburnia) in de oudheid de kuststreek van Illyrië tusschen Fiume en de rivier Titius (Kerka) met de daarvóór liggende eilanden.
De Liburniërs, een naar het zuiden tot aan Corcyra verspreide volksstam, hadden zich als stoute zeevaarders, doch ook als zeeroovers reeds vroeg grooten naam verworven. Omstreeks het midden der 2de eeuw onderwierpen zij zich vrijwillig aan de Romeinen. De voornaamste handelsstad van het land was Jader (tegenwoordig Zara), de plaats van bijeenkomst van het uit 14 steden bestaand liburnisch gerechtelijk district Scardoria. In 634 na Chr. kwamen op uitnoodiging van keizer Heraclius de Chrovati (Kroaten) uit hun woonplaatsen in Galicië en zuidelijk Polen daarheen en maakten er een slawisch land van.
