beroemde badplaats in Bohemen, met 13.000 inw., die voor een groot deel bestaan van het vervaardigen van allerlei voorwerpen die zij aan de badgasten verkoopen. K. is een vriendelijke plaats en ligt in een bekoorlijk, door hooge bergen ingesloten dal.
Het aantal badgasten stijgt met ieder jaar en bedraagt wel 9000. De temperatuur der warme bronnen wisselt af van 38°—59° R. De meest bekende en grootste is de Sprudel (59°), die tot in de 16de eeuw alleen gebruikt werd; van de zes andere waarvan het water gebruikt wordt, zijn het meest gezocht de Mühl- (45°) en de Schlossbrunnen (38°), terwijl de Markt- en de Neubrunnen minder in trek zijn. In 1853 werd in de nabijheid van K., niet ver van de plaats waar de Tepl in de Eger vloeit, een ijzerhoudende bron ontdekt, waarvan het water in vele gevallen dienst doet om de werking van de Karlsbader Mineralquellen te versterken en volledig te maken. Sedert 1843 wordt het water uit bovengenoemde bronnen met het grootste succes naar bijna alle landen verzonden. Vele genees- en scheikundige onderzoekingen hebben aangetoond, dat de Karlsbader baden en het Karlsbadwater vooral in gevallen van nieraandoeningen met succes aangewend kunnen worden.
In vele gevallen is echter nog een na-kuur noodig om het herstel volledig te maken. Tot de meest geliefkoosde uitstapjes in den omtrek behooren die naar den Hirschensprung, Aberg en de König-Otto’s Höhe, met een heerlijk uitzicht op het Erz- en Egergebergte. Naar het verhaal luidt, zou keizer Karel IV, eens op jacht zijnde, omstreeks 1370 de beroemde warme bron ontdekt hebben; zooveel is echter zeker, dat reeds sedert eeuwen deze bron wegens haar geneeskracht algemeen vermaard is.
