Ctenobranchia s. Pectinibranchia, onderorde van weekdieren van de orde der Voorkieuwigen, omvattende eenige duizenden Gasteropoden met een goed ontwikkelde, gewoonlijk kamsgewijs ingesneden kieuw, en daarnaast nog een kleine rudimentaire bijkieuw; bij de mannelijke individuen is de roede ingeplant aan de rechterzijde van den hals; vele hebben een ademhalingsbuis en een daaraan beantwoordend kanaal in de schelp; ook komen onder de K.-soorten voor met een uitstulpbare. slurp; de meeste hebben lange, gewonden, torenvormige schelpen; de oogen staan meest aan den grond der voelers.
Familiën: Strombidae s. Alaia (leven in alle warme zeeën, voeden zich met het vleesch van doode dieren), Aporrhaidae (ongesteelde oogen, in de zee nabij onze kust leeft Aporrhais pelecani, met een spoelvormige schelp met vele windingen), Dolidae (zie ald.), Tritonidae (meerendeels beperkt tot de tropische zeeën, de 40 centim. lange schelp van Tritoniwm variegatum wordt als trompet gebruikt), Cerithidae (zie ald.), Cypraeidae (de schelpen van Cypraea moneta der Indische zee, kauri’s geheeten, vormen in Midden-Afrika een gangbare munt), Conidae (zie ald.), Terebridae (bewonen de tropische en sub-tropische zeeën), Pleurotomidae (inheemsch in de warme zeeën van het oostelijk halfrond), Gancellaridae (zie ook Admete), Muricidae (op onze kusten leven de soorten Mwrex erinaceus en Fusus antiquus; het meerendeel der talrijke overige soorten w.o. enkele een aanmerkelijke grootte bereiken, leeft in de warme zeeën), Buccinidae (zie ald.), Mitridae (1 geslacht, Mitra, met circa 400 soorten in de tropische zeeën van het oostelijk halfrond), de Dadelhoorns, Olividae (zie ald.), de Dadelslakken, Yotutidae (zie ald.), Scalaridae (langs onze Noordzeekust komt Sealaria clathrus veelvuldig voor; talrijk is het aantal der tropische zeeën; van eenige weet men dat zij een purperkleurig sap uitscheiden), Solaridae (leven in de warme zeeën), Janthinidae (bezitten een eigenaardig drijftoestel, zie Gasteropoden, leven in de keerkringszeeën; in de Middellandsche zee een soort Janthina pragilis); Turritellidae (op onze kust leeft Tur.ritella communis); Vermetidae (Middellandsche zee en Ind. Oceaan); Melanidae (zoetwaterbewoonsters, in alle gewesten vertegenwoordigd); Onustidae (de weinige soorten bewonen de keerkringszeeën); Naticidae (soorten in alle zeeën; op onze kusten leven Natica monilifera en Nat. carena); Marsenidae (soorten in de Middellandsche zee en den Indischen oceaan); Capulidae (zie ald.), Acmaeidae (zie ald.), Littorinidae (zie ald. en Alikruiken); Paludinidae (zoetwaterslakken; in Nederland komen voor: Paludina vivipara, Bythinia tentaculata en Byth. similis); Valvatidae (zoetwaterslakken; 18 soorten; nederl: Valvata piscinalis, V. depressa, V. minuta, V. cristata en V. spirorbis); Ampullaridae (zie ald.).