plantkundige, geb. 8 Oct. 1730 te Kroonstad in Zevenburgen, werd in 1781 arts aan het stedelijk ziekenhuis te Leipzig, in 1786 hoogleeraar aldaar in de medicijnen, in 1789 hoogleeraar in de plantkunde en inspecteur van den plantentuin. Hij overl. 18 Febr. 1799 te Leipzig.
Hij gaf in het licht: Fimdamentum kistoriae naturalis muscorum frondosorum (2 dln., Leipz. 1783), Theoria generationis et fructificationis plantarum cryptogamicarum Linnaei (Petersb., bekr., 1784), Abbildungen hryptogamischer Gewächse (4 dln., Leipz. 1787—97), Felicum genera et species (stuk 1—4, ald. 1799—1803; beide laatste stukken werden uitgegeven door zijn zoon, Roman Adolf H., geb. 1772, overl. 1 Juli 1806). ^