duitsch philoloog en oriëntalist, 1716—1774, kreeg 1748 in Leipzig den titel van professor der arab. taal en werd 1758 rector aldaar; behalve zijn Animadversiones ad graecos auctores (dl. 1—5, 1757—66) dienen genoemd: de uitgaven van onscheidene klassieken, o. a. van alle werken van Plutarchus (12 dln. 1774—82). Op het gebied der arabische literatuur maakte hij zich verdienstelijk door de bewerking der Annalcs Moslemici van Abulfeda (5 dln., 1789—94).
Zijn echtgenoote Ernestine Christine R., geboren Müller, 1735—1798, was sedert 1764 met R. gehuwd en hielp hem bij zijn wetenschappelijken arbeid. Voorts leverde zij onder den titel Hellas (2 dln., 1778) en in Zur Moral (1782), alsmede in Für deutsche Schonen (1786) vertalingen uit grieksche schrijvers.