ciudad en districtshoofdplaats in de spaansche provincie Cadix, 3 km. van Guadelete, in een heuvelachtige, met wijngaarden bedekte landstreek, aan den andaluzischen heerweg en aan de spoorlijn Sevilla—Cadix, telde in 1897 : 60.004 inw.; vele kerken, w.o. de in renaissancestijl gebouwde Colegiata met klokketoren, een mooie moorsche burcht (alcazar), een gymnasium, een cirkus voor stierengevechten. J. is vermaard om zijn wijnbouw (zie Sherry) en zijn wijnhandel, die grootendeels in engelsche handen is.
De stad is zeer oud en heette naar men wil in het kelt-iberisch Aesta, als romeinsche kolonie Hasta Regia. Ten tijde der Gotenheerschappij in Spanje was zij zetel eens bisschops. In Juli 711 vond hier een zevendaagsche veldslag plaats, waarin de Arabieren onder Tarik de West-Goten onder Roderik versloegen, waardoor zij meester werden van ongeveer geheel Spanje. In 1265 werd J. ingenomen door Alfonso X.