Vlaamsch taalgeleerde, geb. 25 Jan. 1801 te Lier, werd op 21-jarigen leeftijd leeraar aan het seminarie te Mechelen, in 1834 hoogleeraar in geschiedenis en de vlaamsche taal aan de nieuwopgerichte r.-kath. hoogeschool te Leuven, en overl. hier 24 Mrt. 1866; hij gaf eenige der werken van Bilderdijk o.a. de „Ziekte der Geleerden’’ in het licht (met kommentaar, Leuven 1843), verder de Rijmbijbel van Maerlant (met voorrede, varianten, en noten, Brussel, 1858), de werken van den mystikus Jan van Ruysbroeck (Gent 1858—64), en schreef van ultramontaansch standpunt een onvoltooid gebleven Vaderlandsche historie (dl. 1—11, Leuven, 1842—64), benevens een Geschiedenis van de stad en heerlijkheid Mechelen (1854); ook is zijn vertaling van Thomas a Kempis’ „Navolging” te noemen.
Inloggen
Log hier in om direct te kunnen beginnen met schrijven.
Favorieten
Wil je dit begrip toevoegen aan je favorieten? Word dan snel vriend van Ensie en geniet van alle voordelen:
- Je eigen Ensie account
- Direct toegang tot alle zoekresultaten
- Volledige advertentievrije website
- Gratis boek cadeau als welkomstgeschenk