nederlandsch graveur en dichter, in 1649 te Amsterdam geb., werd door M. Zaagmolen in de schilderkunst onderwezen.
Ofschoon hij in den aanvang binnenhuizen schilderde, legde hij zich weldra uitsluitend op teekenen en graveeren toe. Zijn werkzaamheid was buitengewoon, en groot is dan ook het aantal zijner platen. Vooral zijn bijbelprenten zijn uitstekend, waaronder de Plagen van Egypte een eerste plaats innemen, die zoowel door rijkdom van compositie, als door een geestige en levendige opvatting uitmunten. Als dichter maakte hij in den beginne opgang door zijn erotische gedichten, onder den titel van Duitsche Lier uitgegeven. L. overleed in 1712. Teekeningen van hem, die nu en dan eens worden aangetroffen, zijn altijd zeer gezocht. De gravuren van zijn vader Kasper L., die soms bij het werk van L. gevoegd zijn, hebben veel minder waarde.