Het teekenen in strikt algemeenen zin, het plaatsen van teekens of vormen in welke verscheidenheid dan ook op een plat of ook wel gebogen oppervlak. Het teekenen strekt tot verschillende doeleinden, doch draagt als kenmerk de uitdrukking van een gevoelen of gedachte.
Het schrijven in zijn oorspronkelijken vorm berust op dat 'T. Het teekenen heeft zich in den loop der tijden tot een kunde ontwikke’d die cp een hoogen trap van ontwikkeling staat en is in hare abstracties uitnemend geschikt tot vertolking der sterkste zoowel als der fijnste aandoeningen van het menschelijk denken en voelen.In het practische leven treedt de waarde van het T. ook sterk naar voren en staat in onmisbaar verband tot de verschillende ambachten. Eensdeels als een kunst tot versiering en verluchting, anderdeels als het meer wiskunstig samenstellen van vormen met het doel een nauwkeurige bepaling der voorstelling te verkrijgen, gelijk dit vereischt wordt bij het ontwerpen en in beeld brengen van gebouwen en machines; waarbij dan van eene groote verscheidenheid van instrumenten wordt gebruikt gemaakt.
Het teekenen wordt in twee groote groepen verdeeld: het handteekenen en het lijnteekenen..
Het lijnteekenen, zeer eigenlijk zoo genoemd, stelt zich door middel der wiskunde in staat, afbeeldingen te geven van voorwerpen ten deele in hunne juiste afmetingen en gedaanten; tot beperking wordt dan meestal op schaal geteekend. Een dergelijk T. wordt ook wel projeetieteekenen genoemd en berust voornamelijk op de leer der beschrijvende Meetkunde. Tot verduidelijking wordt bij het lijnteekenen wel schaduw aangebracht, doch ook weer op wiskunstige wijze bepaald (de leer der Isophoten). Het lijnteekenen behandelt ook min of meer fraaie vormen, waarbij het wiskunstig verband meer vrij komt, onder de benaming rechtlijnige versieringen. Een lijnteekening wordt vervaardigd met behulp van passer en liniaal; eerst wordt in potlood de schets aangegeven en vervólgens in rooden en zwarten inkt met de trekpen voltooid. '
Het handteekenen, hoewel eveneens van veel waarde voor het ambacht in het practische leven, laat een meer vrije opvatting der vormen toe. Het gebruik van instrumenten valt nagenoeg weg. Het handteekenen heeft tot doel eene voorstelling van de dingen 'te geven, meer overeenkomend met de beelden welke op ons netvlies geprojecteerd worden.
De Planimetrie en de Perspectief stellen de voornaamste eigenschappen vast, die zich voordoen als schijnbare vormveranderingen bij de aanschouwingen.
Het handteekenen is van hoogere strekking dan het lijnteekenen, wat merkbaar uitkomt wanneer licht en schaduw wordt aangebracht. De luchtperspectief stelt weer de wetten of .regels vast die voortkomen uit den aard en wijze van belichting der voorwerpen tot juiste bepaling van het licht en donker, en hoe door invloed van het teruggekaatste licht (reflexie) die eigenaardige rijkdom en verscheidenheid van tinten ontstaat, welker nabootsing een zoo integreerend deel voor de waarde van het handteekenen uitmaakt.
Van veel invloed op de tinten is ook de kleur der voorwerpen en de dampkring als min of meer doorzichtige tusschenstof der dingen.
Bij het lichter of donkerder schijnen der tinten spreekt men van toonwaarde, de lichtste tinten noemt men het licht, de donkerste de kracht; terwijl de in de geheele' voorstelling domineerende lichtsterkte de toonaard wordt genoemd.
Tot het handteekenen behoort het kleuren. Kleur aanbrengen over een reeks in wit en zwart vervaardigde teekening. Dit is iets anders en ook tegenovergesteld aan het eigenlijke schilderen met olie, waterverf of pastel, waarbij de aard der kleuren in hunne combinatie en tegenstelling den toonaard der tinten in een hoogere synthese samenvat. Zoo ziet een schilder nog kleur waar een leek gewoon wit of zwart zou zien. Het teekenen is echter een blijvende grondslag voor het schilderen, doch gaat van geheel andere praemissen uit; dat hun aard verschillend is, blijkt wel hieruit, dat men een goed teekenaar kan zijn en toch een slecht schilder en omgekeerd, zelfs onder de grootste kunstenaars vinden wij die gaven nog zeer verdeeld.
Bij het handteekenen wordt van een enorme verscheidenheid van materialen gebruik gemaakt. De meest eenvoudige zijn potlood en papier. Verder onderscheidt men een teekening in houtskool, in zwart krijt, een gewasschen teekening (aquarel), penteekening; reproducties door middel der drukpers, zooals: lithografieën, etsen, gravures, houtsneden enz. enz., waarbij dan telkens van andere materialen wordt gebruikt gemaakt.
In het dagelijksch leven wordt men aanhoudend overtuigd van de practische waarde van het T. Het teekenen mag zich dan ook in een zekere populariteit verheugen en is haast voor iedereen onmisbaar; dikwijls maakt toch een enkele omtrek een zeer lange omschrijving overbodig. Met de eenvoudigste hulpmiddelen, een wandelstok, kan men door enkele strepen in het zand te trekken een wandelaar den weg wijzen.
Bij wetenschappelijke voordrachten kunnen ter demonstratie enkele schetsteekeningen van groot nut zijn. Bij rechtszaken evenals in de journalistiek bewees het T. dikwijls de beste diensten en op het gebied der reclame, voornamelijk der affichekunst, heeft het T. zich tegenwoordig een bijzondere plaats verworven.
Een teekening heeft voor een ieder zekere bekoring. Men vindt ook als weeldeartikel in bijna elke woning één of meer teekeningen; mingegoeden vergenoegen zich dan veelal met de zooveel goedkoopere reproducties, in allerlei verscheidenheid van voorstelling. Aanvankelijk meende men door de uitvinding der photographiie dat het T. verdrongen zou worden, doch het werktuigelijke min of meer ziellooze der photo, doet het zuiver menschelijke, het meer karaktervolle eener teekening dubbel op prijs stellen. Toch is de photographie van veel waarde voor het T., doordien het een gemakkelijke, goedkoope en daarbij nauwkeurige copieerwijze is, waardoor het werk van den kunstenaar gemakkelijk onder ieders bereik kan worden gebracht. Tot bij de oudste volken vindt men al op zeer primitieve wijze het T. als een soort ornamentale kunst toegepast. Wilde volksstammen versierden hun huisraad en wapens; hun lichaam wisten ze al met zeer fraaie figuren te versieren (tatoueeren).
Doch eerst door de eeuwen heeft het T. zich ontwikkeld tot een vrije beeldende kunst. Het teekenen als sierkunst heeft ook steeds hooger vlucht genomen. Tegenwoordig kan men op een hernieuwden bloei dier kunst wijzen. Het teekenen draagt zeer veel bij tot de kennis van land en volk en is een natuurlijk middel tot verkeer, omdat het een taal is die iedereen kan verstaan.