Gepubliceerd op 23-02-2021

Ironie

betekenis & definitie

gr., eiröneia, letterlijk: het zich minder voordoen dan men is; geveinsde onwetendheid, waarbij iemand het tegenovergestelde zegt van wat hij bedoelt, om een ander te plagen of te hoonen; bedekte scherts, spotternij; ook wordt deze tropus gebruikt, wanneer men harde waarheden of bittere gemoedsaandoeningen wil uitdrukken. Het begrip I. dankt zijn ontstaan aan den griekschen wijsgeer Socrates, wiens geheele dialectische methode daarop gebaseerd was.

Hij was n.l. gewoon, den een of ander, die trotsch ging op zijn kennis, aan het spreken te maken over eenig onderwerp van menschelijk weten; dan maakte Socrates geregeld tegenwerpingen, onder den schijn van te willen leeren, maar in werkelijkheid om den spreker opmerkzaam te maken op gapingen of tegenspraak in diens kennis en op die wijze anderen op te wekken tot wijsgeerige kennis. Onder den schijn van onwetendheid was Socrates dus de man, die werkelijk iets wist. Een scherper soort van I. is het sarcasme; zie ald. De I. wint in aesthetische waarde, wanneer zij zich tot ironischen humor verheft.

< >