Gepubliceerd op 23-02-2021

Index

betekenis & definitie

(lat., meervoud indices) wijsvinger; in de boekdrukkunst: een handje met vooruitgestoken wijsvinger; in de wiskunde hetzelfde als aanwijzer, d. i. het cijfer of de letter, die in veelledigen vorm geplaatst wordt onder of aan den voet van een letter, om de plaats of den rang dier letter aan te duiden, wanneer nameljjk de waarde er van afhankelijk is van haar rang; in den r.-kath. eeredienst de persoon, die bij sommige godsdienstige plechtigheden den dienstdoenden geestelijke de plaats aanwijst van de gebeden in het boek der plechtigheden; zilveren staafje, dat wel gebruikt wordt ter aanwijzing der gebeden; kapittelstokje; register, inhoudsopgave van een boek. Voorts de Index librorum prohibitorum, of I.

Romanus, de lijst van verboden boeken, van die boeken n.l. welke de leden der r.-kath. kerk, behoudens bijzondere vergunning, niet mogen lezen. Het verbod van het lezen van enkele boeken komt reeds in zeer oude tijden en in de middeleeuwen voor, doch meer uitgebreide lijsten werden het eerst van 1524—40 in de Nederlanden door Karel V en van 1526—55 in Engeland door Hendrik VIII en engelsche bisschoppen gepubliceerd. Grootere, alphabetisch ingerichte catalogi van verboden boeken werden uitgegeven door de universiteit van Leuven en door de theologische faculteit van Parijs. De eerste dergelijke lijst, welke den naam I. draagt en te Rome verscheen, werd door de inquisitie gepubliceerd op last van paus Paulus IV in 1559. Deze I. bevatte drie klassen: in de eerste staan de namen der schrijvers, wier gezamenlijke (over godsdienstige onderwerpen handelende) werken verboden worden; in de tweede de werken, die met den naam van den schrijver verschenen zijn; in de derde de anonieme. Deze I. werd door een commissie van het concilie van Trente herzien en met tien algemeene regels vermeerderd en zoo uitgegeven door paus Pius IV in 1564.Deze zoogenaamde Trentsche I. (Index Tridentinus) ligt aan alle volgende roomsche Indices ten grondslag. Hij werd, met aanvullingen, door Philips II (in diens naam door Alva) in 1570 te Antwerpen, en vervolgens ook elders uitgegeven. Pius V richtte in 1571 de Congregatie van den I. (Congregatio Indicis) op, die tot taak had boeken te verbieden en nieuwe uitgaven van den T. te bezorgen. De door Pius V in 1590 uitgegeven I. werd na zijn dood ingetrokken en in 1596 onder Clemens VIII door een nieuwen vervangen, waarin bij de afzonderlijke afdeelingen van den Trentschen I. nog bijvoegsels (Appendices) en bij de regels nog instructies gevoegd zijn. Naast de Indices prohibitorii, welke slechts lijsten van verboden boeken zijn, verschenen in de 16de eeuw nog eenige Indices expurgatorii, waarin de plaatsen worden aangegeven, welke in boeken verwijderd of veranderd moeten worden, alvorens die boeken door katholieken mogen worden gelezen. Zulke indices werden op last van Philips II in 1571 te Antwerpen, door Quiroga in 1584 te Madrid gepubliceerd.

Te Rome werd in 1607 door den dominicaan Guanzelli uit Brisighella (Brasichellensis) het eerste deel van een index expurgatorius uitgegeven, welke evenwel spoedig onderdrukt werd en te Rome verscheen nooit meer een dergelijke I. Wanneer in de roomsche indices een boek verboden wordt onder de bijvoeging „donec corrigatur”, dan beteekent zulks, dat een volgens wijziging, door de Congregatie van den Index aan te geven, verbeterde uitgave gedrukt mag worden. De roomsche I. is sedert Clemens VIII in eiken nieuwen druk vermeerderd met de inmiddels door de Congregatie van den Index, de Inquisitie of rechtstreeks door den paus verboden boeken. De eerste klasse werd niet meer vermeerderd; slechts van een aantal latere schrijvers werden de gezamenlijke werken verboden; volgens den tweeden regel van de trentsche commissie zijn echter alle, opzettelijk over godsdienst handelende geschriften van kettersche schrijvers verboden, evenals pornografische en dergelijke, welke dan ook niet met name vermeld worden. In de onder paus Alexander VII in 1664 verschenen uitgave werden de drie klassen in één alphabet vereenigd, en in de uitgave van 1758 (onder Benedictus XIV) werden zeer vele van de talrijke fouten der vroegere verbeterd en een uitvoerige instructie voor de congregaties van den I. en de Inquisitie er bij gevoegd. Naast de kerkelijke indices dienen nog genoemd te worden de door de oostenrijksche regeering sedert 1754 uitgegeven Catalogi librorum prohibitorum, een beiersche Catalogus van 1770 en de in 1882 te Berlijn verschenen lijst van verboden sociaaldemocratische geschriften, waarvan in 1888 een aanhangsel verscheen.

Volgens de pauselijke verordeningen mag niemand, zonder uitdrukkelijke vergunning van den paus of van een van diens gevolmachtigden, boeken lezen welke op den I. staan. De straf van excommunicatie, die op dit verbod stond, is door Pius IX beperkt tot het lezen van die boeken, welke ter verdediging der ketterjj geschreven of door bijzondere pauselijke besluiten verboden zijn. Het is tevens regel, dat van den schrijver van een boek, dat op den I. wordt geplaatst, verlangd wordt dat hij zich uitdrukkelijk aan dit vonnis onderwerpt en zelf zijn boek veroordeelt; geschiedt zulks, dan wordt dit ook in den I. vermeld met de formule: auctor laudabiliter se subjecit, et opus reprobavit (d. i. de schrijver heeft zich. loffelijk onderworpen, en zijn werk afgekeurd).

< >