Xylophaga, keverfamilie, bevattende een aantal kleine, dof gekleurde schildvleugeligen, met een rolrond, eenigszins verlengd of eirond lichaam, van krachtige monddeelen voorzienen kop en draadvormige, vóór de oogen ontspringende sprieten. De larven, eveneens rolrond en met een geheel weeke huid, boren gangen in levend en dood hout, in houten meubelen enz., alsook in sommige stoffen van dierlijken oorsprong; in die gangen maken zij tegen den tijd der gedaanteverwisseling van afgeknaagde houtvezeltjes een cocon; de volkomen kevers blijven zich in deze gangen ophouden en komen er slechts des nachts uit te voorschijn.
De bekendste soorten zijn Ptinus fer (in oud hout, opgezette vogels enz.), Anóbium striatum en A. tesseüatum (in huisraad, dat zij wormstekig maken en waarin zij een tikkend of kloppend geluid maken). Andere hier te lande voorkomende soorten behooren tot deze en tot de geslachten Hedobia en Hyloecetus.