Gepubliceerd op 23-02-2021

Hessels

betekenis & definitie

(Jacob) raadsheer van het hof van Gent, en in 1566 lid van den bloedraad, was van hooge afkomst en gehuwd met een nicht van Viglius; men verhaalt van hem dat hij tijdens de zittingen van den raad van beroerte in den regel sliep en dat de woorden ad patibulum (aan de galg) hem als in den mond bestorven lagen; later procureur-generaal van Vlaanderen te Gent geworden, werd hij door de bevolking dier stad gelyncht.

< >