Hardeknut, Harthacnut, Hardikanut, koning van Denemarken (1035—42) en van Engeland (1040—42), zoon van Kanut den Groote, volgde zijn vader in 1035 in Denemarken op, terwijl Engeland zich grootendeels voor zijn halfbroeder Harold verklaarde en ook Noorwegen hem ontging. H. besloot zich allereerst tegen Harold te keeren, toen deze in 1040 plotseling stierf en zoodoende den weg tot den troon vrijmaakte.
De onbekwaamheid en ruwheid dezer zonen van Kanut verhaastte het einde van de deensche heerschappij in Engeland; toen H. 8 Juni 1042 aan de gevolgen van onmatigheid overl. was, riepen de grooten den laatsten spruit van het west-saksische huis, Edward (zie ald.) den Belijder op den engelschen troon.