zeepachtige massa’s welke ontstaan wanneer men colophonium oplost in alkaliën. De harszuren hebben de eigenschap, koolzure zouten te ontleden.
Men kan daarom H. verkrijgen door eenvoudig gewone hars te koken in een soda-oplossing. De H. die gebruikt wordt voor het lijmen van papier (harslijm), verkrijgt men b.v. wanneer 1 deel gecalcineerde soda in water opgelost, helder gefiltreerd, in een ketel tot kookhitte gebracht en allengs bij kleine hoeveelheden tegelijk met 5 deelen gepoederde colophonium vermengd wordt; bij elke toevoeging van een weinig hars begint het mengsel krachtig op te bruisen, gevolg van het ontwijken van koolzuur; om overloopen van den ketel te voorkomen moet daarom telkens slechts een weinig hars tegelijk in den ketel worden gedaan. Ten slotte verkrijgt men een massa, die zich draderig laat uittrekken, in water gemakkelijk oplost tot een zeeperige vloeistof en bij het fijnwrijven tusschen de vingers niet kleeft; zoo de massa nog kleeft, moet het mengsel opnieuw worden verhit, daar in dat geval de hars onvolkomen is opgelost. Voor het bereiden van harslijm kan alleen hars dienen. Bij het maken van goedkoope huishoudzeep zet men eveneens hars in H. om, als een surrogaat voor een gedeelte van het vet; zulke zeepen zijn dus een mengsel van verzeepte hars en verzeept vet; het hars wordt in deze gevallen gebruikt omdat het goedkoop is en de H. het vermogen bezit veel water te binden (met water gemakkelijk zwaar kan worden gemaakt).