een belangrijke stad in de oudheid, aan de noordkust van de ceramische golf in Carië gelegen, door Ioniërs uit Troezen gesticht, met twee havens, drie vestingen, waarvan de sterkste Ceramis was in het noorden, prachtige tempels en het beroemde mausoleum, een der zeven wereldwonderen. H. behoorde aanvankelijk, niettegenstaande zijn taal de ionische was, tot de dorische hexapolis (zesstedenbond), maar werd naar aanleiding van een Lij het bondsfeest ontstanen twist uitgestooten.
Ten tijde Van de perzische overheersching wierp Lygdamis zich aldaar als tiran op, wiens nakomelingen zich achtereenvolgens meester maakten van de heerschappij over geheel Carië. De bekendste onder hen is Mausolus, echtgenoot en broeder van Artemisia, na wiens dood deze het bovengenoemde mausoleum (zie ald.) voor hem oprichtte. In 334 v. Chr. slaagde Alexander de Groote er in, wel de benedenstad in te nemen en te verbranden, maar niet de burcht Salmacis, waar de Perzen onder Memnon zich ophielden. H. was de vaderstad der geschiedschrijvers Herodotus en Dionysius. Op dezelfde plaats werd in het begin der 15de eeuw door den grootmeester der Johannieter-ridders, de Raillac, een aan den h.
Petrus gewijde citadel, Petronium, gesticht, waaruit de tegenwoordige naam Boedroem (Budrum) ontstond. Ten opzichte van het onderzoek der ruïnen van H. hebben zich vooral verdienstelijk gemaakt L. Ross en Newton.
