oudtijds een stad in het z.o. van het landschap Argolis in den Peloponnesus, in de sage beroemd als geboorteplaats van Theseus en als het tooneel der ongelukkige, door vele dichters bezongen liefde van Phaedra voor haar stiefzoon Hippolytus. T. vormde een zelfstandigen staat met eigen gebied (Troezenia) en kwam tot groote macht en bloei, waarvan haar volkplanting Halicarnassus in Carië getuigt.
T. leverde vijf schepen voor de grieksche vloot, die zich vóór den slag bij Salamis bij haar kusten vereenigde, bood aan de vluchtende vrouwen en kinderen van Athene een schuilplaats aan, nam deel aan de veldslagen bij Plataeae en Mvcale, ondersteunde in den peloponn, oorlog Corinthe tegen Corcyra en werd in 430 en 425 door de Atheners zwaar getuchtigd. In den corinth. oorlog stond de stad in 394 aan de zijde van Sparta en streed in 373 tegen Athene. Eindelijk kwam zij bij het Achaeïsche verbond en werd in 223 door de Spartanen weder veroverd. Overblijfselen van T. zijn nog aanwezig ten n.w. van het dorp Dama!a, s/4 uur van de Saronische golf (golf van Aegina). Daar lag haar haven Celencleris.