1) Landkreits van het pruisisch regeeringsdistrict Arnsberg, 241¾ km.2 groot, in 1900: 77.764 inw., in 3 steden en 23 landgemeenten.
2) H. in Westfalen, stad en stadsdistrict, tevens hoofdplaats van den landkreits H., in het oude graafschap Mark, aan de monding van de Ennepe in de Volme, aan de spoorlijnen Schwerte—H.—Elberfeld, Düsseldorf— Barmen—Wiohlinghausen—H. (56 km.), H.— Witten—Dortmund (31 km.), Steele—H. (40 km.), H.—Dortmund (22 km.) en H.—Siegen —Betzdorf (123 km.), in 1900: 50.612 inw.; kamer van koophandel, filiaal der duitsche rijksbank, stedelijk gymnasium, vakschool voor machinebouwers, oogheelkundig instituut, vrouwenkliniek; metaal- en textiel-industrie, allerlei andere nijverheid; uitgebreid handelsverkeer. Fraaie omstreken (Funckescher Park, die Hardt, Stadtgarten, Philippshöhe). In de 11de eeuw wordt gewag gemaakt van een plaats van den naam H., eigendom van den aartsbisschop van Keulen; in 1554 kreeg de reformatie te H. vasten voet; onder Frederik Wilhelm kreeg het stadsrechten. Nabij H. Eckesey, met belangrijke industrie.
3) Dorp in den kreits Geestemünde van het pruisisch regeeringsdistrict Stade, 12 km. z.w. van Stubben, in 1900: 689 inw.