Gepubliceerd op 29-01-2021

Elberfeld

betekenis & definitie

Stad en stadskreits in het pruisisch regeeringsdistrict Düsseldorf, een der belangrijkste fabriekssteden van Europa, gelegen onder 51° 17' N.B. en 7° 10’ O.L. v. Gr., in het dal van de hier 27 meter breede Wupper; de stad hangt in het oosten samen met Barmen (zie ald.). E. had in 1816: 21,710, in 1871: 71,384, in 1895: 139,337, in 1900: 156,927 inw., waaronder ruim 100,000 evangelisten en omstreeks 40,000 r.-kath. en wamsk v KutKuntu» 1500 israelieten; met de naburige gemeenten Cronenberg, Vohwinkel en Ronsdorf, tezamen met E. ,,Groot-Elberfeld” vormende, heeft E. 189,000 inw.; Groot-Barmen telt 155,700, zoodat het geheele industrie-centrum Elberfeld-Barmen een bevolking heeft van 344,700 zielen In het inwendige der stad, waar de straten ten deele zeer onregelmatig zijn, zijn in den laatsten tijd door slooping van bouwvallige blokken huizen, ophooging van den grond enz., belangrijke verbeteringen aangebracht, vooral in de omgeving van de Döppersberger brug. Rondom de oude stad is een gordel van nieuwe wijken ontstaan. Het mooiste deel der stad ligt tusschen de Königs-, Briller-, Sadowa-, Viktoria-, Bismarck-, Roon-, Platzhoffs- en Katernberger Strasze, allen gelegen aan de helling van den van een uitkijktoren voorzienen Nützenberg.

E. heeft 3 herv. kerken, waaronder de mooie Friedhofskirche, 4 der luthersche, 1 der nederl.-hervormde, 1 der oud-luthersehe gemeente, verder 4 r.-kath,, waaronder de prachtige Marienkirche, en 1 synagoge. Onder de wereldlijke bouwwerken moeten vermeld: het Raadhuis (1895—1900 door Heinr. Reinhardt gebouwd), met 29 meter hoogen hoektoren; de Stadshal (1900 voltooid) op den Johannesberg, in ital. renaissance, met zalen (hoofdzaal 1500 vierkante meter'oppervlakte) voor concerten, vergaderingen enz.; het administratiegebouw der koninklijke spoorwegdirectie, het abattoir aan den Arrenberg, het hoofdpostkantoor, de rijksbank, het nieuwe gymnasium en de stadsschouwburg. Monumenten: op het Brausenwertherplein standbeeld Wilhelm I, op de Nieuwmarkt idem van keizer Friedrich (het werk van Eberlein, 1893 onthuld), op het Schloszbleicherplein een Bismarckmonument (van Brunow, 1898 onthuld), op het Victoriaplein een Moltkemonument (van Challiez), op den Hardt in het n.w, der stad gedenkteeken van den H. Suitbertus, enz., in de villawijk nabij den zoölogischen tuin de prachtige Miirchenbrunnen.

De stad wordt bestuurd door een opperburgemeester, 3 bezoldigde wethouders en een gemeenteraad van 36 leden; zij heeft een vrijwillige brandweer, waterleiding, rioleering, gas- en electrische verlichting; zij is zetel van verschillende rechtscolleges, van een hankelskamer, van een kreits-bouwinspectie. Aan inrichtingen van onderwijs heeft zij een gymnasium, in 1592 als latijnsche school door de hervormde gemeente gesticht, in 1813 gereorganiseerd, in 1834 tot gymnasium ingericht: verder een stedelijk reaal-gymnasium en vele andere inrichtingen van middelbaar en elementair onderwijs, een doofstommen-instituut, een koninklijke machinebouwschool, een vrijmetselaarsloge enz. De inrichting der armenzorg (Elberfeldsche systeem) wordt in vele steden in het binnen- en buitenland nagevolgd).

Elberfeld en Barmen worden wat hun industrie (1900:60,000 loonarbeiders) betreft door geen enkele andere stad in het duitsche rijk overtroffen. Reeds in het begin der 18de eeuw werden hier katoenen stoffen vervaardigd, de zijdefabrikatie begon in 1775, de turkschroodververij in 1784, de manchester weverij in 1807, de katoendrukkerij in 1826; thans is Elberfeld de hoofdzetel der fabrikatie van katoenen, wollen, zijden en uit deze stoffen gemengde waren (wollen en halfwollen stoffen voor kleeding, zanella, halfwollen confectiestof), verder der katoendrukkerij, der fabrikatie van stoffeermateriaal, der ververijen, der verfstoffabrikatie (vooral teerverfstoffen), bovendien zijn er ijzergieterijen, kalkbranderijen,fabrieken van stoomwerktuigen, van ijzeren staalwaren, papierwaren, tapijten, vloerzeilen, en verder groote bierbrouwerijen. E. is eveneens een der zetels van den wereldhandel ; groothandel wordt gedreven in de artikelen der eigen industrie en in de voor deze noodige grondstoffen. Vele der groothandelshuizen van Elberfeld hebben agenturen en filialen in alle hoofdplaatsen der wereld. Er zijn een menigte private bankinstellingen, waaronder de Bergisch-Mfirkische Bank (aandeelkapitaal 50 millioen mark, zuivere winst in 1900: ruim 6* /a millioen mark) en een hoofdkantoor van de Rijksbank (omzet in 1900: 2032 millioen mark). E. ligt aan de spoorlijnen Aken—Holzminden, Düsseldorf— Hagen, E.—Cronenberg, en heeft 7 spoorwegstations ; het is door electrische tramlijnen verbonden met Barmen, Remseheid, Cronenberg en Neviges; dergelijke tramlijnen verbinden ook de verschillende stadswijken onderling ; verder staat het sterke verkeer in het langgestrekte dal, waarin de stad ligt, een electrische zweefbaan over de Wupper, don loop daarvan volgend, ten dienste (geopend 1901). Er is een hoofdpostkantoor met zes hulpkantoren.

De omgeving van E. is met haar vele met geboomte begroeide en veelal van een uitkijktoren voorziene hoogten rijk aan natuurschoon ; de Dierentuin behoort wat ligging betreft tot de schoonste van Duitsehland, de hoogten geven heerlijke vergezichten naar Westfalen over de Rijnvlakte.

Ter plaatse waar thans E. ligt bevond zich in de 12de eeuw een burcht der heeren van Elverfeld, oorspronkelijk een leen van den aartsbisschop van Keulen, later in bezit der hertogen van Berg. De eerste aanleiding tot het zich vestigen van bewoners in het Wupperdal was het heldere, uitermate voor het bleeken geschikte bergwater van de Wupper; in 1600 kreeg E. stadsrechten; beteekenis kreeg het eerst sinds de tweede helft der 18de eeuw, toen zich hier allerlei belangrijke industriën vestigden; inzonderheid wist het zich het continentaal stelsel, dat Engeland’s concurrentie voor een tijd buiten sloot, ten nutte te maken. In 1815 kwam het met Berg aan Pruisen.

< >