Gepubliceerd op 17-02-2021

Gymnastiek

betekenis & definitie

de kunst en de leer der stelselmatige lichaamsoefeningen. De G. was een der eigenaardigste instellingen van het grieksche leven, reeds ten tijde van Homerus in vollen bloei.

Zij diende zoowel om het schoonheidsgevoel te ontwikkelen als om de krachten te oefenen en het lichaam te harden. De plaatsen voor de oefeningen die tot de G. behoorden, waren het gymnasium en de palaestra, het eerste bestemd voor ouderen, de laatste voornamelijk voor jongeren. Het gymnasium bevatte, volgens Vitruvius, vooreerst een groot peristylium, zijnde een ruime plaats, 1200 voet (2 stadiën) in omvang, aan 3 zijden door een enkele zuilengang, tegen het zuiden door een dubbele ingesloten, waar binnen zich het ephebeum, een oefeningsplaats, bevond, aan beide zijden van baden en andere ruimten voorzien. In de overige gangen bevonden zich de exedrenvertrekken, waar wijsgeeren, rhetors en anderen bijeenkwamen om zich met elkaar te onderhouden. De groote open ruimte die door de zuilengangen afgesloten was, werd waarschijnlijk bepaaldelijk voor gymnastische oefeningen gebruikt. Verder werden er groote kosten besteed aan een gepaste en waardige versiering der gymnasia, vooral door de beeldende kunsten.

De belangrijkheid der gymnasia werd nog vermeerderd door de groote nationale spelen, die de gelegenheid aanboden, om de kunst in de palaestra aangeleerd aan geheel Griekenland te toonen. De oefeningen en kampstrijden werden naakt gehouden, het lichaam werd gezalfd, om het buigzamer en leniger te maken. De verschillende oefeningen waren: 1) de wedloop, met of zonder wapens, en voor een voor knapen allergeschiktste oefening gehouden; 2) het springen; 3) het worstelen, de eigenlijke kern der grieksche gymnastiek; 4) het werpen met den discus (zieald.) of werpschijf; 5) het speerwerpen; deze vijf afzonderlijke oefeningen bijeengevoegd, maakten een vijfkamp uit; 6) het vuistvechten, een der moeilijkste oefeningen, waarbij de handen met leeren riemen gewapend waren, die later nog met ijzeren punten en knoppen voorzien werden; 7) een combinatie van het vuistvechten en worstelen, waarbij de handen ongewapend waren. Het vuistgevecht was bij de. Spartanen niet in gebruik. Het spreekt van zelf, dat de opvoeding van knapen het in de moeilijkste dezer oefeningen niet tot volmaking kon brengen, maar dat dit meer het werk was van volwassenen, van mannen van het vak, de eigenlijke athleten.

Als onderwijzers in de gymnastiek waren er eerstens zoodanige, die den geheelen omvang der gymnastiek ook theoretisch verstonden, terwijl de paedotriben onderwijs gaven in de uitoefening der afzonderlijke deelen. In den nieuweren tijd heeft men de stelselmatige gymnastische oefeningen weer algemeen bij het onderwijs ingevoerd. Zie ook Turnkunst.

< >