1) Landkreits in het pruisisch regeeringsdistrict Frankfurt, 1077½ km.2 groot, in 1900: 43.189 inw., in 1 stad en 116 landgemeenten.
2) Stad en stadskreits (28½ km.2), tevens hoofdplaats van den landkreits G., in den voormaligen saksischen Nederlausitz, 48 km. z.z.o. van Frankfurt a/O., aan de spoorlijnen Berlijn—Kohlfurt—Breslau en Cottbus—G.—Bentschen, in 1900: 33.122 inw.; gymnasium, doof stommen-insti tuut; textiel-industrie, leerlooierij, aardewerk. G., oorspronkelijk een wendische plaats, die door markgraaf Koenraad den Groote van Meissen gegermaniseerd werd, kreeg in 1235 de Maagdenburgsche rechten, kwam in 1312 aan Brandenburg, in 1367 aan Bohemen, in 1620 aan Keur-Saksen, in 1815 aan Pruisen. 5 Juni 1462 sloten Frederik II van Brandenburg en George Podiebrad van Bohemen hier vrede.