Gepubliceerd op 17-02-2021

Glucosiden

betekenis & definitie

naam van verschillende verbindingen uit het plantenrijk, die door inwerking van zuren, alkaliën of fermenten, in den regel onder opname van water, ontleed worden in suiker en andere stoffen; de G. kunnen worden beschouwd als een soort van samengestelde ethers van suiker. Tot de G. behooren verscheidene der bittersmakende stoffen alsook tal van verfstoffen.

De belangrijkste G. zijn: het Myronzuur, C10 H19 NS2 010, uit welks kaliumzout door een soort van gisting de etherische mostaardolie ontstaat: Amygdaline, aanwezig in de bittere amandelen; men kan deze stof daaruit verkrijgen door de amandelen met alcohol uit te trekken, en de oplossing door ether te precipiteeren; men verkrijgt dan kleine, witte kristalletjes, die in water oplosbaar zijn; door verdunde zuren, of door in aanraking te zijn met water en emulsine (een eiwitstof, die zoowel in zoete als in bittere amandelen aanwezig is) wordt de amygdaline ontleed in blauwzuur, bittere-amandelolie en suiker; door deze reactie worden tevens de vergiftige eigenschappen der bittere amandelen verklaard; Salicine, C13 H18 07; dit glucoside komt voor in de bast der wilgen en der populieren, en werd ook gevonden in het bevergeil (castoreum); het bestaat uit witte, glinsterende, kristallijne plaatjes, die in water en alcohol oplosbaar, maar in ether onoplosbaar zijn; salicine heeft een zeer bitteren smaak; door bepaalde fermenten, bijv. de emulsine uit de amandelen, gaat het over in suiker en Saligenine, C7 H8 02; saligenine is oplosbaar in ether en kristalliseert in het rhombische stelsel; Tannine of looizuur, C27 H22 017, algemeene naam van een aantal in het plantenrijk voorhanden zijnde verbindingen, die zwak zuur reageeren, sterk samentrekkend smaken en met ijzerchloride groene of blauwe neerslagen geven, lijm en eiwitlichamen uit hun oplossingen precipiteeren en de dierlijke huid in leder veranderen. Onder deze is het looizuur van de galnoten (tannine) het best onderzocht. Men bereidt dit door poeder van galnoten met waterhoudenden ether uit te trekken. Wanneer deze oplossing bij een lage temperatuur verdampt wordt, verkrijgt men een amorph, geel poeder, dat in alcohol en water gemakkelijk oplost, maar in zuiveren ether onoplosbaar is. Laat men een oplossing van looizuur aan de lucht staan, of kookt men ze met verdund zwavelzuur, dan vormt zich Galluszuur, C7 H6 05, en suiker. Zoowel het looizuur als het galluszuur nemen gemakkelijk zuurstof uit de lucht op, vooral wanneer er sterke bases aanwezig zijn, en gaan daardoor over in donker gekleurde verbindingen; dit verklaart het gaandeweg donkerder worden van verschillende houtsoorten (mahoniehout enz.).

Door verhitting van galluszuur ontstaat er koolstofdioxyde en pyrogalluszuur, dat in de photographie gebruikt wordt. Met potasch vermengd, bezit dit zuur in hooge mate het vermogen om zuurstof op te nemen, waarom men er zich bij de analyse van gassen dikwijls van bedient.

< >