Gepubliceerd op 18-03-2021

Gerrit hendrik priem

betekenis & definitie

auteur, geb. te Amersfoort 31 Oct. 1865; aanvankelijk opgeleid voor ’t onderwijs, waarbij hij ook vier jaar werkzaam was; sedert 1889 uitgever. 1888 richtte hij met E. B.

Koster, T. Pluim en M. J. Ternooy Apèl het tijdschrift „HollandI-Vlaanderen” op, later redigeerde hij1 „De I Leeswijzer”. P. houdt zich aan de grootmeesters der kunst, is onafhankelijk van elke nieuwe richting, woordkunst enz., meent dat ’t mooie bij Goethe, Shakespeare en anderen eeuwig mooi zal blijven. Romans: Greta, Nini, De Doode, Langs donkere 'paden; gedichten: Meta en andere gedichten.

Priemgetallen

getallen die slechts door 1 en door zichzelf zonder overschot deelbaar zijn (2, 3, 5, 7, 11, 13, 17 enz.).

< >