Gepubliceerd op 29-01-2021

Geranium

betekenis & definitie

L. Ooievaarsbek. Plantengeslacht van de familie der Geraniaceeën, met een 100-tal soorten, inheemsch in Europa, Noord-Amerika en Azië; hetzijn meestal behaarde, overblijblijvende, echter ook wel eenjarige kruiden met vertakte stengels, handvormig gedeelde bladen, en in den regel 2-bloemige bloemstelen. Vele G. zijn gezochte sierplanten. In Nederland komen in het wild voor: G. Pijrenaicum, de pyreneesche ooievaarsbek (bloemstelen klierachtig behaard, kroonbladen violetrood, soms wit, kruidachtige plant; hier en daar aan wegen), G. phaeum, de donkere ooievaarsbek (kroonb)aden roodbruin, stengels kort behaard ; vrij algemeen aan lommerrijke plaatsen); G. pratense,beemi-ooievaarsbek (bloemkroon blauw, stengel naar boven klierachtig behaard, evenals de bloemstelen, vrij algemeen, als voren); G pusillum, de kleine ooievaarsbek (eenjarige plant, stengel kort behaard, bloemkroon lila, algemeen op vochtigen zandgrond, langs wegen); G. molle, de zachte ooievaarsbek (eenjarige plant, stengel zacht behaard, bloemkroon rosé, zeer algemeen op akkers en langs heggen); G. dkseetum, de slipbladige ooievaarsbek (eenjarige plant, stengel met afstaande haren, bloemkroon karmijnrood; vrij algemeen op kleigrond); G. columbinum, de fijabladige ooievaarsbek (éénjarige plant, stengel behaard, bloeiwijze zeer lang, bloemkroon licht purperrood; vrij algemeen op steenachtige- en zandgronden); G. lucidum, de glanzende ooievaarsbek (éénjarige plant, stengel bijna geheel kaal, bloemkroon rosé; zeldzaam, op droge gronden); G. Bobertianum, de stinkende ooievaarsbek ot robbertskruid (éénjarige plant, stengel met afstaande haren, bloemkroon rosé, zelden wit; verspreidt een onaangenamen geur; vrij algemeen in boschrijke streken, op zandige gronden). De sierplanten die hier te lande Geranium worden geheeten zijn Pelargonium-soorten.

< >