Duitsch componist, geb. te Eilenburg, 22 Dee. 1819, gestorven 31 Maart 1885 te Wiesbaden. Hij studeerde in de theologie te Leipzig, verbond zieh echter in 1841 als muziekdirecteur aan het Bernburgsche Hoftheater en ging op het einde van hetzelfde jaar in diezelfde hoedanigheid naar Zürich; in 1852 werd hij kapelmeester aan het Brunswijksche Hoftheater.
Hij schreef vele liederen; zijn lichte, aangename melodieën vielen algemeen in den smaak; tot de meestbekende behooren: Wenn die Schwalben heimwärts ziehn en Gute Nacht, dn mein herziges Kind. Te Brunswijk werd in Juli 1891 een gedenkteeken voor hem opgericht.