lat. figura, beeld, omtrek, uitwendig voorkomen, verschijning, gestalte ; afbeelding, model; figuranten: in de tooneeltaal : personen die als niet-sprekende figuren optreden; in het ballet: koor-danseressen (tegenover solodanseressen) ; figuraal : voorzien zijnde van figuren; figurabiliteit : eigenschap der lichamen om een zekeren vorm aan te nemen; figuratie: het geven van vorm en gedaante, het voorstellen of verklaren door middel van een beeld ; het bezigen van beelden, het aanbrengen van figuren ter verlevendiging (in de muziek, in een rede enz.) figuurlijk : de figuur, het uitwmndig beeld van iets voorstellende ; figure: in de heraldiek; met een menschelijk gelaat afgebeeld; figurisme : in de godgeleerdheid : de leer dat de verhalen van het O. Testament beschouwd moeten worden als voorafschaduwingen en als figuren van de gebeurtenissen welke het N. Testament beschrijft; figuurzagen: het zagen van allerlei figuren van dunne plankjes meest een liefhebberijwerk.
Inloggen
Log hier in om direct te kunnen beginnen met schrijven.
Favorieten
Wil je dit begrip toevoegen aan je favorieten? Word dan snel vriend van Ensie en geniet van alle voordelen:
- Je eigen Ensie account
- Direct toegang tot alle zoekresultaten
- Volledige advertentievrije website
- Gratis boek cadeau als welkomstgeschenk