Synoniem van figuur

figuur - geheel van gestileerde lijnen, vlakken en dergelijke, dienend als afbeelding, als versiering, enzovoort. De kleine zwarte of rode figuren op speelkaarten heten kleuren: ruiten heet de figuur in ruitvorm, harten de hartvormige figuur; de schoppen heeft de vorm van een schop; de klaver of klaveren die van een klaverblad met drie blaadjes. Rechte lijnen vormen op een wapenschild een herautstuk (zie aldaar).

In het algemeen kan men zeggen, dat figuur ziet op het uiterlijk voorkomen, zooals het zich in ruwe omtrekken, vorm op het uiterlijk voorkomen, zooals het zich in meer bepaalde omtrekken vertoont, terwijl bij gedaante en gestalte op alles wordt gelet, wat aan eene verschijning haar eigenaardig karakter verleent, en gedacht wordt aan de gezamenlijke lijnen, waardoor het beeld wordt gevormd. Vorm staat ook voor wijze van samenstelling (b.v. van con¬tracten enz.), en in pluralis voor de manier van zich voor te doen. Een man van vormen (een wellevend man).

figuur - zelfstandig naamwoord
uitspraak: fi-guur

1. afbeelding van iets
♢ de figuur die ze tekende was een konijn
2. wiskundige afbeelding
♢ de figuur van de cirkel is rond
3. vorm van het lichaam
♢ hij heeft het figuur van een jonge kerel
1. zij weet zich met haar figuur geen raad
[ze weet niet hoe ze zich moet gedragen]
4. persoon met bepaalde kenmerken
♢ de figuur die in het boek optreedt

Zelfstandig naamwoord: fi-guur
de of het figuur
de figuren
het figuurtje

Synoniemen
gedaante, gestalte, lichaamsvorm, lijn, postuur, type