Euboea, Negriponte, Egribos, in het nieuw grieksch Evvia. Het grootste eiland v/h koninkrijk Griekenland, in de Egeïsche zee, begeleidt de noordkust van Midden-Griekenland (tegenover de landschappen Locris, Beotiö en Attica), is bij een lengte van 170 km. gemiddeld 22 km. (maximum 52 km.) breed, heeft ’n oppervl. v. 3775'/,-, km2. Ten n. wordt het d/h Trikeri-kanaal v. Thessaliö en overigens door het Atlanti-kanaa! en het kanaal van Eretria van Midden-Griekenland gescheiden. Het eiland vormt van het tegenwoordige koninkrijk Griekenland met het eiland Skyros sinds Juli 1899 een notnos met 20 deinen en in 1896 : 106.777 inw.; het is verdeeld in 3 eparchiën (Chalkis, Xerochori en Karystia); hoofdstad is Chalkis.
E. is een, door een smalle doorbraak der zee van het vasteland losgescheurd eiland, doorloopen door een woest, ten deele kaal, in het z. ongeveer 1800 m. hoog kalkgebergte. De steilafhellonde oostzijde was van oudsher ongeschikt voor het aanleggen van steden. Herodotus noemt slechts eenige stranddorpen. De westelijke helling bevat echter gedeeltelijk vruchtbare vlakten, b.v. de lelantische vlakte bij Chalkis; de bergen van het eiland en het naburige vasteland geven er eene komvormige gedaante aan. Voor een samenhang van het eiland met het vasteland pleit de overeenkomst tusschen de tegenoverliggende kusten; het eiland zou zonder groote gapingen aan het vasteland passen ; de eubeïsche zee is op zijn smalst, a/d Euripus, slechts 240 v. breed. Onder de onaanzienlijke beeken verdienen melding de Budorus aan de oostkust en de Lelantus, die de gelijknamige vlakte besproeit. Als inwoners noemt Homerus de Abantes, in het n. waren verder gevestigd de Histiaeërs en Hellopiërs, in het z Dryopers en inzonderheid de uit Attica gekomen Ioniërs (in de steden Chalkis en Eretria). Op de westkust lagen van het n. naar het z.: Aedepsus (Dipso) met warme, aan Hercules geheiligde bronnen, reeds ten tijde van Sulla gebruikt; Orobiae met een beroemd orakel; Chalkis, een der sleutels van Griekenland, hetwelk onder de heerschappij der aristocraten (Hippoboten) zeer machtig werd en vele koloniën uitzond; geboorteplaats van Isaeus en Lycophron, plaats van het overlijden van Aristoteles; Eretria met de haven Porthmus (P. Bufalo) werd door den perzischen veldheer Datis verwoest, die de inwoners naar Susa voerde; teruggekeerde vluchtelingen stichtten een weinig zuidelijker Nieuw-Eretria. Te Eretria was Menedemus, de stichter der eretrische school, geboren. Amarynthus, met een beroemden tempel van Artemis, Styra, Carystus met marmergroeven. Op de oostkust: Oechalia, door Hercules, naar men zegt, verwoest, Cerinthus; op de noordkust: Histiaea, om zijn wijn door Homerus geroemd, door Pericles verwoest en onder den naam Oreus tot kolonie gemaakt door 2000 cleruchen. Oorspronkelijk door eigen kortingen geregeerd, later achtereenvolgens onder uitheemsche, nl. macedonische, romeinsche, byzantijnsche en turksche heerschappij, bleef E. bij het einde van den vrijheidsoorlog (1829) aan Griekenland.