L Wollegras. Plantengesl. v d familie der Cyperaceëen, met 10 in de noordelijk gematigde en in de arctische zone verbreide soorten; het zijn schijngrassen met bebladerde halmen en lijnvormige bladen met 1 of meer aren, die na den bloeitijd het voorkomen aannemen van witte vlokkige wol; de bekendste soort is E. latifolium Hoppe (zie plaat bij Cyperaceëen), het breedbladig wolgras, die ook, doch vrij zeldzaam, in Nederland op lage veengronden voorkomt (vlakke, aan den top driekante bladen en 5—12, tijdens den vruchttijd overhangende, aartjes); andere hier te lande E.-soorten zijn E. vagi natum, het scheedevoerend wollegras, ook moorke en lokken geheeten; E. polystachynm, (E. angustifolium Rth.), het smalbladig wollegras, ook bekend onder de namen wollevlas, mattevlas, dottergras, veenhamels, veenpluis, katoenbloem, mooren, vlokken (stengel rond, bladen lijnvormig, gegroefd, aan den top driekant, 3—5 aartjes met gladde stelen, in moerassen, op veengrond), en E. gracile Koch, het slanke wollegras, met lange kruipende uitloopers, weinig gegroefde bladen, van den voet af driekantig en 3—4 bijna rechtop staande aartjes. '
Inloggen
Log hier in om direct te kunnen beginnen met schrijven.
Favorieten
Wil je dit begrip toevoegen aan je favorieten? Word dan snel vriend van Ensie en geniet van alle voordelen:
- Je eigen Ensie account
- Direct toegang tot alle zoekresultaten
- Volledige advertentievrije website
- Gratis boek cadeau als welkomstgeschenk