Gepubliceerd op 29-01-2021

Eider

betekenis & definitie

of Eyder Rivier in de pruisische provincie Sleeswijk-Holstein, ontstaat 14 km. z. van Kiel, uit het kleine Reddermeer, loopt eerst noordelijk, door het Grieben- en het Bothkampermeer, wendt zich daarop zuidelijk naar Beesdorf, dan noordelijk naar de Schulensee bij Kiel, bereikt van hier het Westenmeer, maakt hiervan het noordelijke afvoerkanaal naar het Flemhudermeer uit vormt van Landwehr af de grens tusschen Holstein en Sleeswijk, doorloopt met een menigte bochten uitgestrekte streken marschland, en valt, rechts versterkt door de Sorge en de Treene, na een loop van 185 km. bij Tönning in de Noordzee. Bij Friedrichstadt is de E. 180, bij Tönning 300 meter breed en 4—5 meter diep: de monding zelf verbreedt zich tot 11 km, Het stroomgebied der E bedraagt 3400 km-. Bij Rendsburg begint zij bevaarbaar te worden; tot op de opening van het Kaiser-Wilhelmkanaal stelde zij door het Eiderkanaal de gemeenschap met de Oostzee daar. Als grensrivier heelt de E. historische beteekenis In de middeleeuwen heette zij Aegidora, en in het oud-noorsch Aegisdyr. Bij den vrede van Hemming met Karel den Groote in 811 werd zij nevens de Danewerk en de Schlei rijksgrens. Bij het verdrag van 1225 tusschen Waldemar II en graaf Heinrich v. Schwerin werd zij de noordgrens van het hertogdom Holstein; vandaar speelt de E. een rol in de krijgsgeschiedenis en oorlogen der Friezen, Holsteiners en Denen, in de middeleeuwen, alsmede in 1813 en in de oorlogen der 19de eeuw van Duiischland met Denemarken.

< >