(van disrerto, uitééngaan), eigenlijk de echtscheiding van weerszijden verlangd, in tegenstelling van repudium of de eenzijdige ontbinding.
Vanouds bestond te Rome volkomen vrijheid van echtscheiding (althans van de zijde des mans), met uitzondering van de patricische confarreatie-huwelijken, die oorspronkelijk onontbindbaar waren, totdat ook voor deze door de diffnrreatio de ontbinding des huwelijks werd ingevoerd. Slechts de door confarreatie gesloten huwelijken der priesters bleven voor altijd onontbindbaar. Hoewel echter de scheidingen geoorloofd waren, beschouwde men het huwelijk toch als zulk eene heilige zaak, dat zij slechts in den uitersten nood plaats vonden. Er bestonden rechtsgeldige gronden van echtscheiding en het familierecht, een familieraad, deed daarover uitspraak. Wie zich hierom niet bekreunde en lichtvaardig scheidde, onderging eene nota cemoria. Ook de XII tafelen spraken van scheidingen, doch men kent de bepalingen niet Niettemin verhalen verscheidene schrijvers, dat de eerste echtscheiding te Rome eerst in 234 v. C. voorkwam, hetgeen echter om vele redenen onmogelijk is; veeleer moet men aannemen, dat dit de eerste willekeurige en lichtzinnige scheiding was, waarvan men later in ’t algemeen de eerste maakte. Sedert maakte de oude gestrengheid en ingetogenheid voor willekeur en ongebondenheid plaats, en om de onbeduidendste redenen of geheel zonder reden scheidde de man van zijne vrouw (voorbeelden van Cicero, Pompejus, Caesar, Octavianus enz.) De vrouwen, die allengs het recht van scheiden verkregen hadden, maakten er op dezelfde lichtvaardige wijze gebruik van. Evenwel waren er voor de schuldige partij nadeelige stoffelijke en gerechtelijke gevolgen aan verbonden Onder de Christenkeizers werd weder grootere gestrengheid en beperking van de oude vrijheid van echtscheiding ingevoerd.
De vormen der echtscheiding waren, uitgezonderd der diffarreatio, oorspronkelijk niet door de wet voorgeschreven. De man zeide tot zijne vrouw: res tuas tibi habeto, foras exi, enz. Ook liet men het huwelijk mondeling door een bode opzeggen, wat Augustus tot een wettigen vorm maakte en waarbij hij de tegenwoordigheid van zeven getuigen voorschreef. Eindelijk zond men ook schriftelijk den scheidbrief (libellus dioortii). Zie voorts Echtscheiding.