Gepubliceerd op 20-01-2021

Dingo

betekenis & definitie

warragal (Canis Dingo). Verwilderde hondesoort in Australië, die door zijn lichtroode, aan de zijden dikwijls zwart gespikkelde huid, den dikken, echter korten staart,spitsen snuit en opstaande kleine ooren sterk aan de vos herinnert, doch veel grooter en sterker is dan deze; hij blaft niet, en gaat des nachts op roof uit, meest alleen, zelden familiegewijs of bij troepen, zooals andere wilde honden; vroegerjaagde de D in ’t bijzonder de kangoeroe en andere wilde dieren van Australië; thans is hij zeer gevaarlijk voor de kudden; de gewone huishond legt een instinctmatige antipathie tegen den dingo aan den dag en vervolgt hem verwoed; hij is even listig en taai van leven als de vos; de kolonisten trachten hem op elke wijze, vooral door vergif, te verdelgen; de inboorlingen houden hem veelvuldig als een waakzaam, den vreemden zeer gevaarlijk huisdier, nemen hem mede op de jacht op kleine buideldieren en zouden de jonge dingo’s tam maken, door ze bij hun vrouwen te laten zuigen. In den laatsten tijd is de D. veelvuldig in diergaarden gekomen. Men houdt het voorzeker, dat dit dier een met den mensch naar Australië gekomen en hier verwilderde hondesoort is.

< >