spel op het dambord. Dit zeer oude spel wordt door twee personen gespeeld, in sommige landen (Duitschland), op een gewoon schaakbord met 64 velden en met 12 witte en 12 zwarte steenen of schijven (damschijven), in andere landen (Nederland, Frankrijk), meest op een bord met 100 velden, terwijl dan elke speler 20 schijven neemt. Het bord wordt zoo geplaatst dat elk der spelers het hoekveld van de witte middellijn aan zijn rechterzijde heeft. De eene speler plaatst zijn 20 witte schijven op de 20 onderste zwarte velden, de andere speler belegt de bovenste 20 zwarte velden met zijn 20 zwarte schijven; op de onbezet gebleven middelste rijen zwarte velden wprdt vervolgens het spel begonnen; om de beurt (die met witte steenen speelt eerst) verplaatsen de spelers een schijf, beiden steeds in voorwaartsche richting, en telkens van het zwarte veld waarop de steen staat op een aangrenzend zwart veld, zoodat gedurende het geheele spel de witte velden van het bord onbezet blijven; komt intusschen voor'een steen een vijandelijke steen te staan met in dezelfde richting een onbezet veld daarachter, zoo kan of moet deze vijandelijke steen geslagen worden, en ontmoet de slaande steen daarbij eenzelfde geval: vijandelijke steen met in dezelfde richting een onbezet veld, dan gaat het slaan door (twee-, drieslag enz.), in alle richtingen, doch steeds in die welke het grootst aantal steenen te slaan aanbiedt; de geslagen steenen worden van het bord weggenomen; verzuimt een der spelers van een gelegenheid tot slaan gebruik te maken, zoo kan de tegenpartij de steen die had moeten slaan als door hem geslagen beschouwen en van het bord wegnemen (blazen), of wel hij kan op het verzuim opmerkzaam maken en slaan vorderen; hoewel bij het poolsche damspel met een bord van 100 velden (sinds 1723 in gebruik gekomen) de gewone steenen alleen voorwaarts mogen schuiven, slaan zij zoowel voorals achterwaarts; dringt een der steenen tot een der velden van de onderste vijandelijke linie door, zoo wordt deze steen tot dam verheven (met een der geslagen steenen van dezelfde kleur belegd), waardoor hij een grootere vrijheid van beweging erlangt, (geheele lijnen bestrijkt, en zoowel voor- als achterwaarts mag schuiven en slaan over zooveel in eene richting gelegen velden als hij wil, zoolang hij niet op twee of meer eigen of vijandelijke steenen stuit). Winner is hetzij degene die alle steenen van de tegenpartij heeft geslagen, of wel degene wiens steenen het eerste alle zijn geslagen (overgeefspel). Bijzondere spelen op het dambord zijn wolf-enschaapjes, en de pyramide.
Inloggen
Log hier in om direct te kunnen beginnen met schrijven.
Favorieten
Wil je dit begrip toevoegen aan je favorieten? Word dan snel vriend van Ensie en geniet van alle voordelen:
- Je eigen Ensie account
- Direct toegang tot alle zoekresultaten
- Volledige advertentievrije website
- Gratis boek cadeau als welkomstgeschenk